AMC bevraagt mensen met psychose naar mening over behandeling
Wat vinden patiënten zelf eigenlijk van hun behandeling? Hoe kijken ze ertegenaan, hoe tevreden zijn ze over de onderdelen ervan en over de gekozen doelstellingen? Via de website www.hulpbijpsychose.nl is de Zorglijn Vroege Psychose van het AMC een onderzoek gestart om op die vragen het antwoord te vinden. Het onderzoeksteam onder leiding van dr. Lieuwe de Haan vraagt mensen van 18 jaar of ouder met de diagnose psychose om ongeveer 30 minuten te besteden aan het invullen van een anonieme vragenlijst.
Bouke Sterk is als arts-onderzoeker bij het onderzoek betrokken. Hij ziet dat aandacht voor de mening van patiënten over hun behandeling steeds belangrijker wordt binnen de gezondheidszorg. En zeker voor patiënten met een psychische aandoening als schizofrenie is dit belangrijk, denkt hij. “Omdat het ziektebeeld en bijwerkingen van de voorgeschreven medicijnen een forse impact kunnen hebben op het sociale leven, het functioneren en de kwaliteit van leven.” De Haan, die jaren terug zijn proefschrift al wijdde aan de subjectieve beleving, beaamt dat. “Wanneer behandelaars meer kennis hebben van de mening en tevredenheid van patiënten, kan dit ten goede komen aan de behandeling.”
Voor dit onderzoek is de behandeling van psychose opgedeeld in 16 uiteenlopende onderdelen van het hulpaanbod, bijvoorbeeld ‘Hulp bij het herstellen van structuur en routine’ en ‘Betrokkenheid van een ervaringsdeskundige binnen de behandeling’. Er wordt gevraagd om aan te geven welke onderdelen van de behandeling voor de patiënt het meest belangrijk zijn, en welke onderdelen minder aandacht verdienen. Daarnaast wordt gevraagd aan te geven hoe tevreden men is over de aandacht die de meest belangrijke onderdelen op dit moment krijgen binnen uw behandeling.
Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter is blij dat ook in de wetenschap steeds meer aandacht komt voor de mening van de patient. “Recent onderzoek van Ypsilon zelf leert dat er een grote kloof kan bestaan tussen de opvatting van de patient en familie enerzijds en de behandelaar anderzijds. Er is wat ons betreft alle reden voor nader onderzoek op dit terrein.” Ook Anoiksis, het onderzoeksproject GROUP en kenniscentrum Phrenos ondersteunen het nieuwe initiatief.