Driekwart mensen met psychose krijgt onvoldoende zorg

70 tot 75 procent van de mensen met een psychose krijgt niet de therapie die ze volgens de standaardzorg zouden moeten krijgen. En wanneer ze het wel krijgen, is dit vaak door onvoldoende opgeleid personeel. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Praten naast pillen’ van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën (VGCt). De vereniging toont zich geschrokken en staat daarin bepaald niet alleen, zegt directeur Bert Stavenuiter van MIND Ypsilon. “Het is ronduit onverteerbaar. Terecht zegt de VGCt dat als dit een standaardbehandeling van kanker betrof, dat Nederland dan woedend zou zijn! Er is geen enkele reden om nu minder boos te worden. Het gaat hier om een kwetsbare groep die zelfs de gewóne zorg al niet krijgt aangeboden.”

Volgens de Zorgstandaard Psychose moet elke patiënt met een psychose standaard Cognitieve Gedragstherapie voor psychose (CGTp) aangeboden krijgen. In de afgelopen drie jaar kreeg slechts 20 tot 25 procent van de patiënten met een psychose de therapie, vaak ook nog eens gegeven door een therapeut die er niet voor heeft doorgeleerd. “In Nederland zijn in totaal bijna 100.000 mensen in behandeling voor een psychose. Zij worden nu minder snel beter en krijgen minder de juiste behandeling die aansluit”, aldus de beroepsvereniging in haar persbericht.

De belangrijkste reden is dat er te weinig behandelaars zijn. De VGCt schat dat er minimaal 750 extra psychologen nodig zijn, een verdubbeling ten opzichte van het aantal psychologen nu in deze sector. Maar ook de al aanwezige psychologen staan niet te trappelen. Zij kiezen vaak een in hun ogen gemakkelijkere doelgroep dan mensen met psychose. Ten onrechte, zegt klinisch psycholoog David van den Berg die de studie naar de behandeling uitvoerde in de Volkskrant. “Dat zijn verouderde opvattingen, die stammen uit de tijd dat patiënten louter medicatie kregen.”

De cijfers van VCGt sluiten aan op een eerder onderzoek dat het Zorginstituut Nederland recent verrichtte in het kader van het programma Zinnige Zorg. Een analyse van zorgdeclaraties bij 35.000 langdurige patiënten laat zelfs zien dat 92 procent geen CGTp heeft gehad. Het instituut heeft patiëntenvereniging Anoiksis en Ypsilon aangetrokken als adviseur om vanuit cliënt- en naastenperspectief mee te denken over oplossingen.

De Groningse psychiatriehoogleraar Wim Veling, niet betrokken bij het onderzoek, heeft volgens de Volkskrant wel een suggestie. Hij en zijn collega’s onderzoeken of virtual reality uitkomst biedt. Hierbij worden patiënten met behulp van een VR-bril een wereld binnengeloodst waar ze worden geconfronteerd met hun angsten. “Bij deze behandelingen heb je waarschijnlijk minder psychologen nodig. En het bespaart tijd omdat je niet met de patiënt de straat op hoeft.”

Staatssecretaris Paul Blokhuis laat weten dat hij het onderzoek een ‘opvallend en zorgelijk signaal’ vindt. “Ik wil snel van GGZ-bestuurders en professionals horen hoe zij dit beoordelen.”

ANBI logo