Groen licht van VIP-teams voor richtlijn vroege psychose
reeks van 57 aanbevelingen die het netwerk samen met Ypsilon en Anoiksis hebben opgesteld.
VIP-medewerkers in de zaal dachten actief mee over de consequenties. Zo spraken sommigen hun aarzeling uit over de vraag of andere partijen als zorgverzekeraars de richtlijn niet zouden misbruiken voor andere doeleinden. “Daar hebben we zeker over nagedacht”, reageerde NVP-voorzitter Wim Veling op vragen hierover uit de zaal. “Maar wij denken dat zorgverzekeraars ons juist ook kunnen helpen. Hoe? Door aan te geven dat ze vroegepsychosezorg willen betalen, maar dat die dan wel volgens de norm gegeven moet worden.”
Van de aanbevelingen werden vervolgens de meest pikante met de zaal doorgenomen. Daarbij geen discussie over de aanbevelingen om patiënten en familieleden voortaan standaard te stimuleren om lid te worden van of steun te zoeken bij patiënten- en familieorganisaties. Ook niet over de aanbeveling om de familie vanaf het allereerste contact met de GGZ structureel en proactief uit te nodigen als samenwerkingspartner bij alle beslismomenten in de behandeling. Daarentegen wel discussie over de vraag hoe lang na een eerste psychose wordt geadviseerd om medicatie voor te schrijven. Eén jaar, zegt de aanbeveling, waar in het verleden nog werd gesproken over twee jaar.
Een andere aanbeveling werd op voorstel van de zaal juist uitgebreid: cognitieve gedragstherapie (CGT) moet voor iedereen beschikbaar zijn en veel breder worden ingezet. “Is dat wel haalbaar?”, vroeg iemand zich af, “je moet daar wel voldoende psychologen voor hebben!” “Wat mij betreft is dat geen uitgemaakte zaak”, reageerde een ander. “Ik kan me voorstellen dat straks ook sociaal psychiatrisch verpleegkundigen CGT mogen geven”, aangevend hoe ver de consequenties kunnen zijn van het streven naar een richtlijn.
In een afsluitende reactie gaf Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter de zaal het laatste zetje. “In alle voorgaande reacties heeft niemand zich hardop afgevraagd hoe de patiënt en de familie zullen aankijken tegen een richtlijn. Vanuit familieperspectief kan ik er in elk geval duidelijk over zijn: Als familie wil je weten waar je aan toe bent en wat voor zorg je mag verwachten. Een richtlijn biedt dat en geeft ons ook de mogelijkheid u daarop aan te spreken.”
De opgestelde aanbevelingen zijn ingedeeld in dezelfde volgorde die het nieuwe Handboek Vroege Psychose aanhoudt een beslaan alle denkbare fases van de behandeling: van vroege opsporing en het verkorten van de duur van de onbehandelde psychose tot terugvalpreventie en de manier waarop de zorg georganiseerd moet zijn. Alle VIP-teams krijgen nog tot eind van dit jaar de ruimte om inhoudelijk op de aanbevelingen te reageren. Daarna is het aan de opstellers om een definitieve lijst samen te stellen en de eerste stappen te zetten naar een heuse richtlijn vroege psychose.
De concept-aanbevelingen zijn terug te vinden op www.ypsilon.org/psychosestandaard