‘Hulpverlening te beschermend na eerste psychose’

 

Hulpverleners zijn veel te beschermend naar mensen die op jonge leeftijd een psychose hebben gehad. Dat concludeert onderzoekster Annemieke Hendriksen vandaag in de Telegraaf op basis van een groot onderzoek naar vroege psychose en de gevolgen. Volgens Hendrikse schreeuwen de uitkomsten van het onderzoek om ingrijpen: “Er ligt een enorme taak voor de hulpverlening. Die is veel te beschermend voor deze groep als het gaat om school of werk. Dat zou te stressvol zijn. Maar het niet hebben van een diploma of een baan is pas stressvol.”

Mensen die op jonge leeftijd een psychose hebben gehad, wensen hetzelfde voor de toekomst als hun leeftijdsgenoten, maar hebben een aanzienlijke achterstand bij het realiseren ervan. Dit komt vooral door de psychose en de benodigde tijd voor herstel en/of acceptatie, waardoor zelfstandig wonen, een relatie en baan verder buiten hun bereik liggen. Meer ondersteuning bij opleiding, werk en cognitieve vaardigheden is van belang. Werk en scholing hebben positieve effecten op sociale contacten en zelfwaardering. Dit zijn enkele conclusies uit het onderzoek naar de kwaliteit van leven en ambities van jonge mensen met psychotische ervaringen dat het Trimbos-instituut vandaag onder de naam Bridging the gap naar buiten brengt.

 

Het onderzoek naar vroege psychose bevat een uitgebreide literatuurstudie, interviews met jongeren met psychotische ervaringen en een online onderzoek. Uit de drie deelonderzoeken komt hetzelfde beeld naar voren: de kwaliteit van leven daalt bij het merendeel van de jongeren al vanaf de eerste voortekenen van een psychose. Maar ook deze groep jongeren blijft net als hun leeftijdsgenoten gewoon dromen van 'huisje, boompje, beestje'. Die droom staat bij hen echter verder af van hun huidige situatie.

Opvallend is dat voor ruim een derde van de jongeren de kwaliteit van leven juist is toegenomen na hun psychose, al blijft deze lager dan die van leeftijdsgenoten. Een verklaring voor de gestegen levenskwaliteit, is dat het vaak al langer niet goed ging en er door de psychose aandacht is gekomen voor de problematiek. Ook lijken mensen met psychotische ervaringen eerder tevreden, mogelijk omdat ze vanuit een diep dal zijn gekomen. Ze waarderen meer dan de mensen uit de referentiegroep de dingen die goed gaan, en stellen daarbij ook minder hoge eisen.

Over de hulpverlening door specialistische VIP-teams (Vroege Interventie Psychose) zijn de meeste jongeren positief. Wel hebben zij behoefte aan meer diepgang in de psychiatrische hulp en aandacht voor betekenisgeving. De meeste jongeren vinden dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun leven. Maar heel praktische hulp, bijvoorbeeld bij zaken rondom werk, school, financiën, of cognitieve vaardigheden, zou zeker bij kunnen dragen aan het dichterbij brengen van hun 'huisje, boompje, beestje'-droom.

Op www.bridging-the-gap.nl is meer informatie te vinden over het onderzoek.

ANBI logo