Inspectie gaat ambulante zorg toetsen

Vandaag bracht de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een rapport uit over de effecten van herstelgericht werken en ambulantisering in de ggz.
De IGJ concludeert dat er meer aandacht moet komen voor ondersteuning van de cliënt bij herstel en eigen regie. Dat de achterblijvende opbouw van de ambulante ggz risico’s met zich meebrengt. En dat de uitstroom van cliënten uit de ggz stagneert door onvoldoende samenwerking met gemeenten. De inspectie gaat haar toezicht op al deze punten richten. Ook gaat ze kijken naar de rol die naasten spelen en naar de samenwerking tussen de ggz en huisartsen.

De inspectie verkende in 2016 en 2017 zorgnetwerken rondom thuiswonende cliënten met chronisch psychische aandoeningen. En testte tegelijkertijd haar toetsingsmethodes in de praktijk. Ze wilde leren van goede ervaringen en bevorderen dat de zorg zou verbeteren. Bij ieder bezoek maakte de inspectie daarom een verslag en gaf daarbij aan wat goed ging en waar verbetering mogelijk was. Leerzaam voor zowel de zorgaanbieders als voor de inspectie zelf.

Tijdens een invitational conference eerder dit jaar, waarvoor ook Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter uitgenodigd was, presenteerde de inspectie de voorlopige bevindingen van de rondgang langs de ggz-instellingen in verschillende regio’s en van een tweetal pilots. Het vandaag uitgekomen rapport geeft het resultaat weer van de rondgang en de ontwikkelde toetsingsmethodiek.
Stavenuiter: ‘Ypsilon is zeer positief over de aandacht van de inspectie voor de rol van de familie.’

Aanleiding voor de verkenning was de achterblijvende opbouw van de ambulante ggz en na de verandering in de afgelopen jaren van klinische zorg naar herstel thuis en eigen regie. Met gebrek aan continuïteit en afstemming tot gevolg.

Meer informatie over het toezicht kunt u vinden op www.igj.nl

ANBI logo