Klink bepleit magere variant familievertrouwenspersonen
Krijgt de familievertrouwenspersoon een landelijk dekking of niet? Die vraag is weer actueel nu minister Klink van VWS gisteren een adviesrapport over dit onderwerp naar de Kamer heeft doorgestuurd. Het is het antwoord van Klink op de motie Joldersma, inmiddels tweeeneenhalf jaar terug, waarin zij de regering verzoekt te bevorderen dat in elke GGZ-instelling een familievertrouwenspersoon (FVP) beschikbaar is. In de aanbiedingsbrief spreekt de minister zijn voorkeur uit voor de zogeheten instellingsvariant die zo veel mogelijk aansluit bij de bestaande situatie. En dus niet bij de wens van Jolderma, die voor haar motie destijds kamerbrede ondersteuning kreeg.
In het rapport doet ‘kwartiermaker’ Henk Wedman verslag van een uitgebreide rondgang langs belanghebbende organisaties in het veld, waaronder het Landelijk Platform GGZ en Ypsilon. Wedman komt uiteindelijk met twee varianten. In de eerste variant wordt uitgegaan van een landelijke dekking van FVP-ers voor alle GGZ-organisaties. Variant twee “beschrijft een startsituatie uitgaande van de huidige situering van FVP-ers in Nederland”, aldus het voorwoord. De cijfers bieden direct duidelijkheid waar het verschil in zit: bij variant 1 denkt het bureau Wedman dat starten met 20 voltijdse FVP-ers (kosten: 2,5 miljoen), terwijl de door Klink gepromote variant start met …de 6 die er nu al zijn (kosten: 1 miljoen).
Krijgt de familievertrouwenspersoon een landelijk dekking of niet? Die vraag is weer actueel nu minister Klink van VWS gisteren een adviesrapport over dit onderwerp naar de Kamer heeft doorgestuurd. Het is het antwoord van Klink op de motie Joldersma, inmiddels tweeeneenhalf jaar terug, waarin zij de regering verzoekt te bevorderen dat in elke GGZ-instelling een familievertrouwenspersoon (FVP) beschikbaar is. In de aanbiedingsbrief spreekt de minister zijn voorkeur uit voor de zogeheten instellingsvariant die zo veel mogelijk aansluit bij de bestaande situatie. En dus niet bij de wens van Jolderma, die voor haar motie destijds kamerbrede ondersteuning kreeg.
In het rapport doet ‘kwartiermaker’ Henk Wedman verslag van een uitgebreide rondgang langs belanghebbende organisaties in het veld, waaronder het Landelijk Platform GGZ en Ypsilon. Wedman komt uiteindelijk met twee varianten. In de eerste variant wordt uitgegaan van een landelijke dekking van FVP-ers voor alle GGZ-organisaties. Variant twee “beschrijft een startsituatie uitgaande van de huidige situering van FVP-ers in Nederland”, aldus het voorwoord. De cijfers bieden direct duidelijkheid waar het verschil in zit: bij variant 1 denkt het bureau Wedman dat starten met 20 voltijdse FVP-ers (kosten: 2,5 miljoen), terwijl de door Klink gepromote variant start met …de 6 die er nu al zijn (kosten: 1 miljoen).
Nu het rapport er ligt, leunt de minister voorlopig even achterover, blijkend de aanbiedingsbrief. “Alvorens in alle GGZ-instellingen FVP-dienstverlening mogelijk te maken dient ten behoeve van de financiering van FVP-ers een aparte Stichting van FVP-ers te worden opgericht. Het rapport “Op weg naar onafhankelijkheid” biedt daarvoor handreikingen. Net als bij de Stichting PVP zijn de FVP-ers zelf verantwoordelijk voor het oprichten van de Stichting FVP en het tijdpad dat daarbij gevolgd wordt.”
Ook over de financiering doet de minister nog geen enkele harde toezegging: “Naar aanleiding van deze bevindingen van de kwartiermaker zal ik binnen de begroting van VWS zoeken naar financiele dekking. De kosten voor de instellingsvariant bedragen in het eerste jaar volgens de kwartiermaker ruim 1 miljoen euro. Gelet op de financieel economische omstandigheden en verwachtingen kan ik daar op dit moment nog geen uitspraak over doen. Dit heeft tot gevolg dat eerst tot introductie van de FVP-dienstverlening kan worden overgegaan op het moment dat daarvoor de benodigde financiele middelen beschikbaar komen.”
Wanneer het rapport precies in de Tweede Kamer zal worden behandeld is nog niet bekend. Wie al voor die tijd kennis wil nemen van het rapport en de aanbiedingsbrief kan terecht op de website van VWS.