Minister: Behandelaar straks verplicht om patiënt te wijzen op betrekken van familie

 

Minister Schippers van VWS heeft opnieuw onomwonden uitgesproken het belangrijk te vinden dat familie van verslaafde en/of verwarde mensen beter wordt begeleid en serieus wordt genomen. In antwoord op Kamervragen gaf de minister aan dat tal van nieuwe regelingen familiebetrokkenheid als insteek hebben. Zo deed ze de vooraankondiging van een wetsvoorstel verplichte GGZ, dat straks de opvolger moet worden van de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Ook het werk van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon haalde ze aan als ook Ypsilons eigen Triadekaart. Voor ‘kinderen-van’ staat een nieuwe handreiking op stapel.

“In het wetsvoorstel verplichte ggz zal de behandelaar verplicht worden om betrokkene actief en herhaaldelijk, op voor de patiënt geschikte momenten, erop te wijzen dat hij zich op diverse momenten in het zorgproces kan laten bijstaan door een familielid of naaste. Zo kan het familielid of de naaste bij de behandeling en evaluatie daarvan worden betrokken”, schrijft de minister. “Het familielid of de naaste wordt op deze manier beter geëquipeerd om bijvoorbeeld betrokkene te ondersteunen waar nodig, terugval te signaleren en weet wat te doen in geval van crisis.”

Volgens Schippers worden familie en naasten op diverse manieren ondersteund, bijvoorbeeld door contact op te nemen met de landelijke hulp- en advieslijn van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon. “Daarnaast bieden ggz-instellingen veelal methodieken en hulpmiddelen aan, zoals psycho-educatie of de Triadekaart, in het kader van preventie en betrokkenheid bij de behandeling. Een aantal instellingen hanteert deze instrumenten die (mede) gericht zijn op ondersteuning van familieleden en naasten als onderdeel van het familiebeleid. Steeds meer ggz-instellingen onderkennen het belang van familiebeleid en zijn bezig met de ontwikkeling en uitvoering daarvan.”

De bewindsvrouwe schrijft in de beantwoording dat voor haar goede zorg op maat en zoveel mogelijk zelfredzaamheid centraal staat. “Behandeling vindt wat mij betreft zoveel mogelijk ambulant plaats. Dat uitgangspunt is ook vastgelegd in het bestuurlijk akkoord GGZ dat ik onlangs met partijen heb gesloten. Ook het bestuurlijk akkoord met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) voorziet in extra ondersteuning om mensen met psychische klachten zo goed mogelijk te begeleiden naar de juiste zorg op de juiste plek. Familieleden of naasten kunnen een steunsysteem voor de patiënt zijn, afhankelijk van wat voor hen mogelijk en haalbaar is.”

“Omdat ik KOPP (kinderen met ouders met psychische problemen)/KVO (kinderen van verslaafde ouders) een belangrijke doelgroep vind, laat ik een handreiking KOPP/KVO voor gemeenten ontwikkelen”, vervolgt de minister. “Doel van deze handreiking is om dit aanbod toegankelijker voor gemeenten te maken en de inkoop ervan door gemeenten te faciliteren. Verder heb ik de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gevraagd om het bestaande aanbod wederom onder de aandacht van gemeenten te brengen en zal ik met partijen als GGZ-Nederland en de VNG over dit onderwerp in gesprek blijven.”
 

ANBI logo