Minister: ‘Familiebetrokkenheid in de GGZ vind ik belangrijk’
Een breed ingevoerd familiebeleid staat in de GGZ echt nog in de kinderschoenen, vindt minister Edith Schippers van VWS. En zij kan het weten, want ze volgt Ypsilon op de voet. Dat blijkt uit haar antwoord op kamervragen over familiebeleid die de afgelopen paar weken zijn gesteld. Sterker nog: als Kamerleden haar vragen om met voorbeelden te komen van goed familiebeleid, dan wijst ze op de Familiester en de Triadekaart van Ypsilon.
“Familiebetrokkenheid in de GGZ vind ik belangrijk.” En: “Het betrekken van de familie kan de behandeling ondersteunen en het herstel zelfs versnellen.” En: “Er zijn veel goede voorbeelden, maar tegelijkertijd is er nog veel te doen waar het familiebeleid betreft.” Enkele rechtstreekse citaten uit de mond van de minister in reactie op kamervragen. Helderder had zelfs Ypsilon het de noodzaak van familiebeleid niet beter onder woorden kunnen brengen.
“De situatie dat een kind of partner wordt opgenomen in een instelling, zonder dat de familie weet waarvoor en op welke manier deze persoon wordt behandeld, is in principe niet wenselijk”, aldus de bewindsvrouwe. “Steeds meer GGZ-instellingen onderkennen echter het belang om beleid op dit punt te ontwikkelen en tot uitvoering te brengen. Daarnaast worden methodieken en hulpmiddelen in het kader van preventie en betrokkenheid bij de behandeling ontwikkeld, zoals cursussen psycho-educatie voor familieleden en het werken met de triadekaart. Deze ontwikkelingen juich ik van harte toe.”
Een volgende passage leert hoe goed de minister op de hoogte is van het werk van Ypsilon en het Landelijk Platform GGz. “Ypsilon (de vereniging van familieleden en betrokkenen van mensen met schizofrenie of een psychose) heeft een aantal GGZ organisaties afgelopen jaren genomineerd en een publieksprijs voor goed familiebeleid gegeven. Familieleden mogen vanaf 2012 hierover hun oordeel geven via www.familiester.nl. De vereniging wordt daarin gesteund door een klankbordgroep met vertegenwoordigers uit alle sectoren die voor de prijs van belang zijn, waaronder ook het Landelijk Platform GGz (LPGGz). Goede voorbeelden worden vanaf eind dit jaar op de website van dit platform vermeld en de beste voorbeelden worden met een familiester gehonoreerd. Initiatieven als de triadekaart (gericht op afspraken over familiebetrokkenheid) worden steeds breder ingevoerd in de GGZ. In deze kaart leggen patiënt/cliënt, familie en de behandelaar neer over welke taken zij het met elkaar willen hebben, hoe zij deze taken onderling verdelen, en welke afspraken zij maken over de uitvoering van deze taken en de ondersteuning hiervan. Er zijn al meer dan 10.000 triadekaarten verspreid.
De kamervragen van SP-woordvoerder Renske Leijten en PvdA-woordvoerder Lea Bouwmeester hebben de minister niet alleen verleid om helder stelling te nemen, maar maken ook duidelijk in welke richting nog nieuw beleid vanuit VWS valt te verwachten. Een aandachtspunt bij het zetten van verdere stappen is de privacy van de patiënt/cliënt en de wetgeving hierover, die de grenzen bepaalt van het contact tussen de familie en de hulpverlener en het beroepsgeheim van de hulpverlener.
Een heet hangijzer is bijvoorbeeld het recht op inzage in het dossier door nabestaanden als gevolg van zelfdoding. Met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) gaat dat niet lukken. Maar, schrijft de minister, “dit verzoek dient te worden onderscheiden van de situatie dat nabestaanden de zorgaanbieder verzoeken om inzage in of afschrift van het medisch dossier van de overleden cliënt. Ik ben voornemens dit laatste expliciet te regelen in de Wet cliëntenrechten zorg.”
“Verder overweeg ik om in het kader van de aanbieding van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging van de Wet verplichte GGZ een verplichting op te nemen om in zorgplannen afspraken vast te leggen over eventuele familiebetrokkenheid. Die afspraak kan overigens ook inhouden dat indien bijvoorbeeld sprake is van ernstige mishandeling, eventuele familiebetrokkenheid niet gewenst is of daar terughoudend mee wordt omgegaan.”
Over de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) schrijft de minister: “Mocht sprake zijn van een tekortkoming in de zorg dan kan iedereen, ook familie, dat melden bij het IGZ loket dat hiervoor beschikbaar is. De IGZ behandelt deze meldingen conform haar “Leidraad Meldingen” van maart 2010. Ten slotte besteedt de IGZ in diverse onderzoeken aandacht aan de betrokkenheid van familie. In de komende periode (2012 ev) zal zij dit zeker (opnieuw) doen.”
Belangstellenden kunnen integrale antwoorden van de minister terugvinden op de site van de rijsoverheid door de klikken op deze link en op deze link.