Nieuwe psychiatrische stoornis vaak ten onrechte gezien als schizofrenie
Onderzoekers van het UMC St Radboud, het AMC en Pro Persona lijken een nieuwe psychiatrische stoornis te hebben ontdekt: posttraumatische stressstoornis (PTSS) met secundaire psychotische kenmerken. Patiënten met deze ernstige stoornis krijgen vaak ten onrechte de diagnose schizofrenie, waardoor zij niet de juiste behandeling krijgen. Psychotische PTSS heeft andere kenmerken en dient anders te worden behandeld dan schizofrenie, stelt Mario Braakman in zijn proefschrift waarop hij vandaag bij het UMC St Radboud promoveert.
Volgens Braakman is het onderscheid tussen schizofrenie en psychotische PTSS betrekkelijk eenvoudig te maken. Er zijn drie belangrijke verschillen. Zo zijn wanen en hallucinaties bij psychotische PTSS zelden bizar van inhoud, zoals bij schizofrenie. “Een schizofreniepatiënt kan bijvoorbeeld denken dat mensen door een muur kunnen lopen, of dat er een atoombom in Tokyo ontploft als hij aan z’n pink trekt. Bij psychotische PTSS hebben wanen altijd een relatie met de traumatische ervaring. Iemand die bijvoorbeeld is gemarteld door de KGB, ziet KGB’ers achter bomen staan.” Verder hebben patiënten met schizofrenie of met psychotische PTSS meestal nog meer bijkomende psychiatrische stoornissen, maar bij psychotische PTSS zijn dat er drie keer zo veel als bij schizofrenie. Ook zie je bij psychotische PTSS zelden formele denkstoornissen, zoals bij schizofrenie. “Schizofreniepatiënten praten vaker onsamenhangend zonder enige vorm van logica. Dat zie je niet bij psychotische PTSS. Deze drie variabelen kunnen in negentig procent van de gevallen correct voorspellen in welke groep een patiënt valt.”
De onderzoekers schatten dat mogelijk zo’n tien procent van de mensen met schizofrenie de diagnose ten onrechte heeft gekregen. Omgekeerd zijn er ook nogal wat patiënten met de diagnose PTSS, terwijl onvoldoende is gekeken of er sprake is van secundaire psychotische kenmerken, zoals wanen en hallucinaties. Ze hadden graag gezien dat de diagnose PTSS met secundaire psychotische kenmerken was opgenomen in de DSM-V, het handboek voor psychische en psychiatrische stoornissen. Ze dienden daarvoor ook een voorstel in. “Helaas hebben we daar nooit meer iets op gehoord.”
Braakman voerde zijn promotieonderzoek voor een belangrijk deel uit bij Phoenix, een gespecialiseerde psychiatrische kliniek van Pro Persona in Wolfheze. “Vanuit het hele land stuurden psychiaters patiënten naar ons toe bij wie ze er vaak niet uit kwamen, voornamelijk getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Wij zijn de enige kliniek in Nederland die hele complexe psychiatrische stoornissen behandelt. Centrum ’45 doet dat ook voor complexe psychotraumaklachten, maar enkel bij mensen met PTSS. De psychotische patiënten komen dus allemaal bij ons terecht.”
De onderzochte vluchtelingen en asielzoekers hadden eerst een posttraumatische stressstoornis ontwikkeld en kregen daarna, vroeg of laat, psychotische symptomen – vandaar de aanduiding PTSS met secundaire psychotische kenmerken. Hun wanen en hallucinaties bleken zeer slecht te behandelen met antipsychotica. Ging het om een vorm van schizofrenie (met verlaat begin) of om een complexe posttraumatische stressstoornis, vroeg Braakman zich af. Geen van beide bleek het geval. Psychotische PTSS, zoals hij het ziektebeeld afkort, is een nieuwe psychiatrische diagnose die vraagt om een specifieke behandeling. Welke behandeling precies moet nog beter worden onderzocht, maar Braakman verwacht veel van gedragstherapieën als EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). In de VS werden positieve resultaten behaald met exposure-therapieën, waarbij mensen worden blootgesteld aan de traumatische ervaring.