Onderhandelingsakkoord over nieuwe bezuinigingen in GGZ

Onder grote tijdsdruk hebben partijen in de zorg deze week een nieuw onderhandelingsakkoord bereikt. Het ministerie van VWS had alle partijen opnieuw naar Den Haag gehaald omdat er een tegenvaller dreigde van 6 miljard. Zonder de eerdere afspraken aan te passen zou de minister naar eigen inzicht snijden in de uitgaven. “We hadden geen keus”, verantwoordt Marjan ter Avest van het Landelijk Platform GGz (LPGGz). “Het zou voor onze achterban desastreus zijn indien we er als GGZ-sector niet uit zouden komen. Dus we moesten wel meebewegen.”

De onderhandelingsmissie was succesvol, zo bleek begin deze week. Althans: na spannende onderhandelingen ligt er een resultaat dat alle partijen na de zomer met een positief advies gaan voorleggen aan hun achterban. Zo ook het Landelijk Platform GGz waarvan Ypsilon deel uitmaakt. Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter weet nog niet hoe vanuit Ypsilon zal worden geoordeeld. “We weten dat het LPGGz er alles aan heeft gedaan en delen het gevoel van urgentie om  tot afspraken te komen. Maar we gaan de tekst de komende weken nauwkeurig bekijken.” Bij het vorige ‘bestuurlijke akkoord’ kreeg het LPGGz instemming van alle patiënten- en familieorganisaties, op één na als protest tegen de tijdsdruk.

Belangrijkste wapenfeit voor het ministerie is dat alle partijen akkoord zijn met een kleinere groei van het zorgbudget: niet 3 procent, zoals in het vorige akkoord was afgesproken, maar via een overgang van 1,5 procent naar slechts 1 procent. Ter Avest is tevreden dat dit niet gaat ten koste van de patiënt: hiervoor zullen de instellingen efficiënter moeten gaan werken en dat kan prima, want het LPGGz heeft hiervoor eerder tal van suggesties aangedragen.

Omdat het nieuwe akkoord doorloopt tot en met 2017 wordt de sector rust gegund en ook dat is belangrijk in deze woelige tijden. Er komen tot die tijd geen aanvullende bezuinigingen en geen eenzijdige eigen bijdragen. Programma’s die door het LPGGz op de agenda waren gezet, worden ook tot die tijd doorgetrokken. Onder het motto dat ambulantisering niet kan zonder tegelijk het stigma te bestrijden, loopt het antistigma-programma nu door tot en met 2017. Verbetering van kwaliteit was een ander belangrijk thema van de LPGGz. Een ambitieus programma voor de ontwikkeling van behandelrichtlijnen en bijbehorende instrumenten was al afgesproken, maar wordt nu eveneens tot en met 2018 verlengd.  Net als andere inhoudelijke programma’s op het gebied van zelfmanagement, patiëntveiligheid en e-health. In al die programma’s hebben cliënten- en familieorganisaties een grote rol. Daarnaast komt er een inhoudelijke monitor die de gevolgen van ambulantisering aan het licht moet brengen.

Daar staat tegenover dat het LPGGz ook water bij de wijn moest doen. Zonder twijfel het meest omstreden punt zijn de voornemens voor de langdurige zorg. GGZ Nederland wil de zorg, ook voor de zwaarste groep, ondergebracht zien in de Zorgverzekeringswet en niet in de nieuwe kern-AWBZ. Een zwaar punt dat ze eerder had laten vastleggen aan een overlegtafel waar geen patiënt of familielid bij was aangeschoven: het Zorgakkoord. In deze nieuwe ronde GGZ Nederland maakte er een breekpunt van dat de passage ook in dit Bestuurlijk akkoord zou worden opgenomen, wat voor Ter Avest weer onbespreekbaar was. Uiteindelijk werd de passage wel opgenomen, maar staat er alleen dat VWS en GGZ Nederland hierover overeenstemming hebben bereikt. “En dat is niets nieuws”, aldus Ter Avest.

> Klik hier voor de integrale tekst van het nieuwe onderhandelingsresultaat

ANBI logo