Religieuze hulpverlener kan betere zorg bieden bij psychose
Wie begrip heeft voor de religieuze achtergrond van iemand die aan een psychose lijdt, kan beter zorg verlenen. Religie en een duidelijke bekeringservaring kunnen houvast aan psychotici geven, maar ook weer aanleiding zijn tot godsdienstwaan. Dat concludeert Reformatorisch Dagblad op basis van het promotieonderzoek van Cor Arends.
Arends, geestelijk verzorger in de psychiatrie in Zon&Schild te Amersfoort, promoveerde afgelopen woensdag in Nijmegen op de relatie tussen psychose en religie met het proefschrift If Billy Sunday Comes to Town. Een fundamenteel-theologische casestudy naar de waan bij Anton T. Boisen.
Religie fungeert bij mensen met een psychose soms als een bron van hoop en kracht, maar zij zitten vaak ook met de vraag of zij een psychotische waan dan wel een religieuze ervaring met betekenis hebben doorgemaakt.
Arends stelt volgens de krant dat de psychiatrie meestal terughoudend is om inhoudelijk in te gaan op de waanvorming bij patiënten.
“De psychiatrie acht het niet tot haar terrein inhoudelijke uitspraken te doen over de waarde van specifieke religieuze belevingen. Religie wordt beschouwd als een particulier verschijnsel, horend bij de betreffende persoon en de behandelaar dient daarin een neutraal standpunt in te nemen.” Als gevolg daarvan heeft de psychiater volgens Arends te weinig invoelingsvermogen voor het verschijnsel van godsdienstwaan en probeert deze eenzijdig tegen te gaan met medicijnen.