Te weinig informatie bij uitgifte nieuw medicijn

Apothekers geven patiënten te weinig informatie bij de uitgifte van nieuwe medicijnen. Meer dan de helft van de mensen die in 2013 en 2014 een nieuw medicijn kregen, hadden geen of geen volledig gesprek over de werking, bijwerkingen en het medicatieoverzicht, aldus patiëntenfederatie NPCF. ‘Het zogenaamde ‘Eerste Uitgiftegesprek’ staat sinds 1 januari apart op de rekening en hoort plaats te vinden als een patiënt een nieuw medicijn voorgeschreven krijgt.`

Als mensen voor de eerste maal een medicijn krijgen voorgeschreven, hoort de apotheker te controleren of het medicijn geschikt is voor de patiënt, of het combineert met andere medicijnen, hij moet alles goed registreren en schriftelijke uitleg meegeven. Daarnaast hoort hij met de patiënt een gesprek te hebben over wat die weet en verwacht van het medicijn: over inname, bijwerkingen, invloed op het reactievermogen, bewaren en dergelijke. De bedragen voor zowel de ‘uitgifteregistratie’ als het ‘uitgiftegesprek’ (ongeveer € 6,- elk), staan apart vermeld op de rekening of het kostenoverzicht van de zorgverzekeraar.

Uit de resultaten van een NPCF-meldactie, waaraan negenduizend mensen deelnamen, blijkt dat er van een ‘Eerste uitgiftegesprek’ meestal geen sprake is. NPCF-directeur Wilna Wind is ontstemd: ‘Het hoort bij de zorgverlening die de apotheker moet leveren om goede begeleiding te geven en ongelukken te voorkomen.’

Van de mensen die in 2013 en 2014 een nieuw medicijn kregen voorgeschreven, had in 2013 ruim 66 procent geen gesprek met de apotheker. Sinds het gesprek per 1 januari 2014 apart op de rekening vermeld staat, is een lichte verbetering te zien. Het gesprek vindt tot op heden in 54 procent van de gevallen niet plaats.

Hoe die cijfers zijn als het om gebruik van antipsychotica gaat, is niet bekend.

Klik hier voor meer informatie over het 'Eerste uitgiftegesprek' en de uitgiftehandelingen van de apotheker. 

ANBI logo