Zorginstellingen sluiten behandelplekken voor mensen met persoonlijkheidsstoornis
Steeds meer behandelplekken voor volwassenen met een ernstige persoonlijkheidsstoornis worden gesloten. In 2022 hebben ggz-instellingen een derde van de beschikbare bedden opgeheven: van 207 in 2021 naar 137 nu. De afname van het aantal behandelplekken wordt vooral veroorzaakt door geldgebrek en personeelstekort.
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) noemt dit een zorgwekkende ontwikkeling. De behandeling van de cliënten gaat weliswaar buiten de instelling verder, maar volgens de psychiaters is die zorg voor deze groep niet voldoende. De mensen om wie het gaat zijn juist in een instelling terechtgekomen omdat eerdere ambulante hulp geen of te weinig effect had. In een brief aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd vraagt de NVvP daarom om te onderzoeken of de aard, omvang en de kwaliteit van de elders geboden zorg wel aansluit op de zorgbehoefte. In 2022 riepen de NVvP en MIND de verantwoordelijke ministers ook al op om het aanbod voor mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid overeind te houden.
Ypsilon sluit zich aan bij de oproep om de zorg voor kwetsbare groepen op peil te houden. ‘Het mag niet zo zijn dat mensen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben’, vindt Ypsilon-directeur Bert Stavenuiter. Maar hij ziet ook dat de samenwerking met naasten van mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid geen prioriteit krijgt. ‘Een gemiste kans. Samenwerking met naasten geeft een beter resultaat van de behandeling. Pure winst, die gewoon beschikbaar is.’
MIND Ypsilon roept daarom hulpverleners op om naasten – zoals afgesproken in de Generieke Module Naasten – een vaste plek in de behandeling te geven. En ook om oog te hebben voor het welzijn van de naaste zelf. Samenwerken zal steeds belangrijker worden als er meer specialistische behandelplekken verdwijnen en mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid vaker thuis blijven wonen.