Behandeling

Als je naaste met psychische problemen hulp zoekt, zal de huisarts hem naar de ggz verwijzen. Daar onderzoekt de psychiater de klachten, stelt een diagnose, maakt samen met de patiënt (en zijn naaste) een behandelplan en de behandeling gaat van start.

Voor elke aandoening is er een zorgstandaard¹ waarin beschreven staat waaraan goede zorg moet voldoen. Meer overstijgende zaken zijn vastgelegd in zogeheten generieke modules. Zo bestaat er een generieke module over stemmen horen, over herstelondersteuning, over eHealth en over ernstige psychische aandoeningen.

De rol van naasten

Psychische problematiek raakt niet alleen de patiënt, maar ook jou als naaste.

Als familie of naaste ken je je partner, zoon, dochter, broer of zus het best. Jij kan benoemen wat er anders is aan gedrag en denken. Bovendien weet je veel van de voorgeschiedenis. Het helpt hulpverleners dus om aandacht te hebben voor jou als naaste, met je samen te werken en je waar nodig te ondersteunen. 

De generieke module Naasten vertelt hulpverleners hoe ze dat kunnen doen: met naasten samenwerken en ze ondersteunen. Voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen of een Verslaving is er bovendien nog een aparte kwaliteitsstandaard KOPP/KOV.

Diagnose

Na onderzoeken en gesprekken met de patiënt, stelt de psychiater een diagnose. De simpele versie is dat hij de verschijnselen vergelijkt met wat er staat in zijn handboek, de DSM-5. De aandoening heeft dan een naam, een classificatie, waarmee de hulpverlener de zorg vergoed kan krijgen.

Maar een echte diagnose omvat veel meer. Dan wil je als hulpverlener de mens achter de klachten leren kennen en dus informatie hebben over iemands jeugd, gezondheid, gezinssituatie, eigenschappen en ervaringen. Ook moet er een beeld zijn van zijn vaardigheden en beperkingen. Familieleden en naasten kunnen hierover veel vertellen. 

Nog geen diagnose?

Behandelplan

Op grond van de diagnose wordt een behandelplan opgesteld. Hierin staan afspraken over wat de behandeling inhoudt, welke medicijnen en therapie er voorgeschreven wordt, wie de zorg verleent, welke rol de familie heeft, enzovoort

De patiënt moet met het behandelplan akkoord gaan. Hij mag aangeven wat hem niet aanstaat, de behandelaar moet dan samen met hem op zoek naar alternatieven: samen beslissen is cruciaal.

De patiënt mag een behandeling weigeren. In sommige gevallen is dwangbehandeling³ mogelijk. Ook dan is de psychiater verplicht om te blijven proberen samen met de patiënt een behandelplan op te stellen.

De psychiater is verantwoordelijk voor de behandeling. Andere hulpverleners zoals een arts-assistent, SPV (sociaal psychiatrisch verpleegkundige) of de huisarts kunnen de behandeling uitvoeren.

Lichaam en geest

Merkwaardig genoeg worden lichaam en geest in onze Westerse wereld gescheiden behandeld. Alsof onze hersenen geen deel uitmaken van ons lichaam. Hoe gezond je leeft, heeft invloed op je hersenen, benadrukt ook Wiepke Cahn. Zij is hoogleraar Lichamelijke gezondheid bij psychiatrische aandoeningen. Roken en drinken bijvoorbeeld doen niet alleen iets met je lijf, maar ook met je hoofd. En sporten kan net zo effectief zijn als antidepressiva, aldus de hoogleraar.

Mensen die zowel een lichamelijke als een psychiatrische aandoening hebben, vallen vaak tussen wal en schip, maar het is moeilijk te zien wat oorzaak en wat gevolg is. De lichamelijke gezondheid van veel psychiatrische patiënten laat veel te wensen over. Voor een deel komt dat door bijwerkingen van medicatie, en voor een ander deel door een vaak zeer ongezonde levensstijl. Een goede psychiatrische diagnose kan daarom niet zonder een lichamelijk onderzoek.

Medicijnen

Naasten zijn vaak positiever over medicijnen dan de mensen die ze gebruiken, is onze ervaring bij MIND Ypsilon. Na maanden of jaren tobben kan het een verschil van dag of nacht zijn als hun dierbare antipsychotica of antidepressiva gaat gebruiken. Voor hen is het dan vanzelfsprekend dat medicijnen een belangrijk onderdeel zijn van de behandeling.

Antipsychotica verminderen de psychotische verschijnselen. Ze worden vaak al voorgeschreven voor er een diagnose gesteld is, om de stemmen en de waanbeelden zo snel mogelijk te laten verdwijnen. Het duurt meestal een paar weken voordat de medicijnen goed werken. Ieder mens reageert anders op medicijnen. Daarom is het belangrijk om zorgvuldig uit te zoeken welk middel voor jouw naaste het beste werkt.

Bijwerkingen van medicijnen

Ook de bijwerkingen verschillen per middel en per persoon. Sommige mensen hebben last van slapeloosheid, stijfheid, vermoeidheid of gewichtstoename. Anderen voelen zich onrustig of hebben het gevoel dat ze zichzelf niet meer zijn als ze medicijnen gebruiken. Wanneer de behandelaar dat soort klachten niet serieus neemt, is de kans groot dat zijn patiënt de medicijnen niet meer wil innemen.

Antipsychotica worden vaak in combinatie met middelen tegen depressie, angst of slapeloosheid gebruikt. En er zijn pillen die de bijwerking van andere pillen verminderen, dus al snel gaat het om een handvol pillen per dag.

Prik of pil?

Antipsychotica zijn er in allerlei toedieningsvormen, zoals pillen, capsules, smelttabletten, druppels of in een injectie. Van de meeste duurt de werking vrij kort, maar er zijn er ook die juist langer werken (depotmedicatie genoemd). Ook hier spelen persoonlijke voorkeuren een rol. Een goede behandelaar bespreekt met zijn patiënt, zo nodig met jouw hulp, welke toedieningsvorm de voorkeur heeft en waarom.

Stoppen, afbouwen of minderen van medicatie

Als jouw naaste besluit om zijn medicatie af te bouwen of zelfs helemaal wil stoppen is het belangrijk om dat serieus te nemen. Probeer samen met je naaste en de behandelaar de voors en tegens te bespreken en een plan te maken en maak afspraken over wat te doen als de psychose terugkomt. Vaak merk jij dat als naaste als eerste. Kun je dan bij de behandelaar terecht?

Ypsilonvrijwilliger Karin Groen, lid van de wetenschapscommissie, schreef (met anderen) de ‘gids ‘Afbouwen doe je zo’.

(zie Downloads)

Kennisplatform Medicatie in de Psychiatrie (KenMed) biedt vijf websites met betrouwbare en objectieve informatie over medicatie, waaronder antipsychotica en antidepressiva. Ze zijn bedoeld voor patiënten en geschreven in begrijpelijke taal. Ze vertellen over de werking van de medicijnen, over bijwerkingen, over feiten en fabels. Je kunt daarnaast kijken op PsychoseNet of op thuisarts.

Therapie

Cognitieve gedragstherapie hoort ook onderdeel van de behandeling te zijn. CGT geeft inzicht in de manier van denken en het gedrag en biedt handvatten om dat te veranderen. CGT kan iemand helpen de behandeling vol te houden, te herstellen na een acute periode en kan helpen om een terugval te voorkomen. 16 sessies worden voorgeschreven als minimum om te komen tot het beste effect, gegeven door een gespecialiseerde therapeut.

Trauma komt veel voor bij mensen met psychoses. Het is goed te behandelen met exposure therapie en met EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Met exposure therapie leren mensen hun trauma onder ogen te zien, te bespreken en te verwerken. Door EMDR wordt de aandacht van de stressvolle gebeurtenissen afgeleid waardoor de herinneringen vervagen.

Beide therapieën helpen goed. Mensen hebben minder last van hun trauma én van hun psychose. Ze zijn minder achterdochtig, minder somber, horen minder stemmen en hun zelfbeeld verbetert. Het kan ook dat het trauma zich in je lijf heeft vastgezet. Dan kan lichaamsgerichte therapie verlichting bieden.

Er bestaan trainingen om het geheugen, de aandacht en de sociale vaardigheden te verbeteren.

Jarenlang werd gedacht dat patiënten beter gaan functioneren als je ze maar goed uitlegt wat voor aandoening ze hebben. Voorlichting (psycho-educatie) was dan ook een standaard onderdeel van de behandeling. Het doel hiervan is mensen te leren omgaan met de symptomen van de aandoening. Zo krijgen ze meer controle over de verschijnselen. Maar dat geldt niet voor elke aandoening. Bij mensen met de diagnose schizofrenie werkt voorlichting vaak niet om het simpele feit dat ze zich helemaal niet ziek voelen. Hier heeft psycho-educatie aan jou als naaste vaak een veel beter effect.

Peer-supported open dialogue (POD) is een aanstekelijke vorm van zorg die zich richt op het direct betrekken van iemands netwerk en het wezenlijk bespreken van zorgen, wensen, betekenissen en passende deskundige behandelingen.

Alternatieven

De behandeling van psychosen bestaat enerzijds uit het tegengaan van de ziekteverschijnselen, meestal met behulp van medicijnen, anderzijds uit het ondersteunen en leren omgaan met de beperkingen van de kwetsbaarheid.

Medicijnen zijn een belangrijk onderdeel van de behandeling. Medicijnen hebben echter vaak vervelende bijwerkingen. Onvrede over behandeling en bejegening in de reguliere psychiatrie zorgen ervoor dat mensen op zoek gaan naar alternatieven. Alternatief betekent hier: anders dan in de reguliere psychiatrie gebruikelijk is.
Van de meeste van deze alternatieven is de werking echter niet wetenschappelijk aangetoond. Dat wil niet zeggen dat individuele patiënten er geen baat bij kunnen hebben. Maar of dat effect ook kan worden toegeschreven aan de behandeling, is de vraag.
Het standpunt van Ypsilon met betrekking tot alternatieve behandelingsmethoden is dat deze altijd als aanvulling op, en niet in plaats van de reguliere behandeling (medicatie) ingezet moeten worden. Zonder medicatie is de kans op een terugval immers groot. Ypsilon kiest er voor om niet alle ideeën en goede bedoelingen te publiceren, maar hoort graag van haar leden en hun patiënten waar ze baat bij hebben.

Integrale Psychiatrie

Een nieuwe ontwikkeling is de zogenaamde Integrale Psychiatrie. Dit houdt in dat complementaire (aanvullende) en/of alternatieve geneeswijzen in de reguliere psychiatrie worden geïntegreerd. Dit gebeurt op basis van wetenschappelijk onderzoek naar effectiviteit en veiligheid.
In het Centrum Integrale Psychiatrie in Groningen, onderdeel van Lentis, wordt gezocht naar innovatieve behandelingen op dit gebied. Regelmatig organiseert het Centrum Integrale Psychiatrie een congres.

Second opinion

Een second opinion, tweede mening, wordt gevraagd als iemand het niet eens is met de diagnose of niet tevreden is over de behandeling. 

  • De psychose blijft, ondanks de medicijnen, de patiënt blijft last houden van bijwerkingen.
  • Patiënt en familie leggen zich niet neer bij de opvatting dat er niets meer gedaan kan worden.
  • Patiënt of familie vragen zich af of er geen andere behandelmogelijkheden zijn voor zorg, begeleiding of psychotherapie.

Het kan soms wel een paar maanden duren voor het duidelijk is of een bepaald antipsychoticum aanslaat en welke dosering nodig is. Het kan nodig zijn om na het eerste antipsychoticum nog een tweede en zelfs een derde uit te testen. Het is weinig zinvol om een second opinion aan te vragen als de psychiater nog bezig is met het instellen van de medicatie.

Informeer bij uw ziektekostenverzekeraar of een second opinion wordt vergoed.

Een second opinion kan bij verschillende instellingen worden aangevraagd. In academische ziekenhuizen kent men de nieuwste ontwikkelingen op gebied van behandeling. Soms wil de opiniegever de patiënt opnemen om hem te observeren en op de behandeling in te stellen. Daarna neemt de regionale behandelaar het weer over. 

Vraag naar zijn argumenten. Misschien ziet hij zelf nog mogelijkheden om de behandeling te verbeteren of vindt hij dat de effecten van een nieuw middel nog moeten worden afgewacht. Vraag duidelijkheid en spreek een termijn af. 

Je kunt ook de zorgverzekeraar vragen om te bemiddelen. 
Patiënt en naasten kunnen ook zelf een second opinion vragen. 

Waarom wil hij niet? Is hij inactief (door de medicijnen), is hij bang, wil hij helemaal geen andere behandeling. Praat erover met je naaste en de behandelaar. 

Steunt de opiniegever de huidige behandeling, dan kun je misschien accepteren dat die een goede is. 

In moeilijke gevallen kun je de deskundigheid inroepen van het Centrum voor consultatie en expertise (CCE). Het CCE adviseert bij complexe vragen in (onder andere) de ggz. Familieleden kunnen kosteloos een beroep doen op het CCE.

Meer informatie

  • Ypsilon neemt deel aan de HAMLETT-studie, een onderzoek naar het afbouwen van antipsychotica.
  • Een behandeling slaagt beter als familie en naasten meedenken, meepraten en meewerken. Daarom is de samenwerking in de triade driehoek (behandelaar, cliënt en naaste) inmiddels de beroepsnorm. En bij dwangbehandeling zelfs wettelijk verplicht. Meer daarover is te vinden in de menu-optie voor hulpverleners.
ANBI logo