Overzicht van de door Ypsilon beschreven herstelfases
(c) Ypsilon 2015
Klik op een (deel)fase voor een beschrijving die meer is toegeschreven naar de situatie van veel Ypsilonleden.
- Overmand door de aandoening
Aanloop naar de psychose
De psychose - Worstelen met de aandoening
Start van de behandeling
Verder na de psychose - Leven met de aandoening
Start herstelfase
Zoeken naar nieuw evenwicht - Leven voorbij de aandoening
Leven gaat door
(Naderend) afscheid
Elk model is een versimpeling van de werkelijkheid. Ook het model dat Ypsilon heeft ontwikkeld in het kader van het Levensfaseproject.
De indeling zoals Ypsilon die op de website aanhoudt, is afgeleid van de 4 herstelfases zoals Cheryl Gagne die in 2004 formuleerde. In een handleiding die het Trimbos instituut schreef voor hulpverleners worden die als volgt verwoord:
Overweldigd worden door de aandoening
Ontreddering en verwarring staan op de voorgrond. Overweldigende symptomen lijken alles te bepalen en het leven is gericht op overleven, zowel mentaal als fysiek.
Kenmerken van deze fase zijn hopeloosheid, machteloosheid en het gevoel geïsoleerd te zijn van zichzelf, van anderen en van de omgeving.
Worstelen met de aandoening
Er is nog steeds angst om ‘overmand’ te worden door de aandoening, maar nu dient ook de vraag zich aan hoe ermee geleefd kan worden. Er worden manieren ontwikkeld om weer contact met zichzelf te krijgen en om actief te leren omgaan met de symptomen.
Kenmerken van deze fase zijn de worstelingen met het gebrek aan zelfvertrouwen en de zoektocht naar de eigen identiteit.
Leven met de aandoening
In deze fase begint het besef te groeien dat er met de aandoening kan worden omgegaan. Hierdoor wordt de angst minder en ontstaat er ruimte om beperkingen en sterke kanten te leren ontdekken. Kenmerken in deze fase zijn het opbouwen van een nieuw ‘zelf’, het herstellen van oude en ontdekken van nieuwe rollen en het (opnieuw) aangaan van contacten met belangrijke anderen.
Leven voorbij de aandoening
De aandoening raakt meer en meer op de achtergrond. Er is nu ruimte om de verbondenheid met anderen te voelen, capaciteiten te onderzoeken en mogelijkheden en talenten op diverse terreinen te ontdekken en in te zetten. Het is mogelijk nieuwe doelen in het leven te stellen waarin rekening gehouden wordt met de aandoening, maar waarbij deze niet meer op de voorgrond staat.
Bron: 'Handreiking voor de implementatie van herstelondersteunende zorg in de ggz' (uitg. Trimbos, 2012)