Omgaan met naasten

Samenwerken met naasten

Overdag werk je als professional samen met anderen. Eenmaal thuis ga je om met je eigen naasten. En het kost je geen enkele moeite. Wat maakt het dan zo veel ingewikkelder als je wilt samenwerken met naasten als onderdeel van je werk? En wat helpt om het je gemakkelijker te maken?

Een belangrijk verschil met een ‘gewoon’ gesprek is dat je in een triadegesprek twee rollen moet combineren: De anderen verwachten dat jij de rol hebt van gespreksleider en dus ‘boven’ de partijen staat. Maar als professional
ben je niet neutraal en zal je  ook je mening moeten geven over wat er speelt of hoe je vindt dat het verder moet. Het gaat er dus om de goede balans te vinden.

In een goede samenwerking sneeuwt niemand onder.  I
eder heeft zijn eigen inbreng en expertise heeft. Als hulpverlener zit je eigen kennis vooral in de aandoening en de behandelmogelijkheden, terwijl de naaste de geschiedenis van ‘jouw cliënt’ kent en weet hoe hij in welke situatie reageert. Samenwerken betekent verder dat je oog hebt voor elkaar. Naasten lopen zichzelf snel voorbij, sta geregeld stil bij diens balans tussen draagkracht en draaglast. 

Samenwerking vormgeven in 7 stappen
De ‘generieke module Naasten’, de kwaliteitsstandaard over het werken met naasten beschrijft de volgende 7 stappen om te komen tot goede samenwerking met naasten:

Wie zijn de dierbaren? Leg uit waarom het van belang is ook jij ze kent en leg contactgegevens vast. NB: Er kunnen ook relevante naasten zijn die de cliënt niet heeft genoemd. Vraag daarom altijd naar ouders en eventuele partners en kinderen.

Zijn er moeilijkheden in de relaties met naasten? Zijn er bijvoorbeeld naasten die zijn afgehaakt terwijl de cliënt er wel graag contact mee heeft? Of zijn er omgekeerd naasten van wie de cliënt geen betrokkenheid wil? Respecteer de keuze van de cliënt, maar vraag wel door: ‘wat staat er in de weg?’.

Wees zorgvuldig, maar niet te benauwd als het gaat om het delen van informatie. Zonder gedeelde informatie is goed samenwerken immers niet mogelijk. Wil je er meer over weten, gebruik dan de werkkaart ‘Samenwerken en privacy’.

Naasten zijn alleen in staat om een constructieve rol te spelen als ze zichzelf sterk genoeg voelen. Zorg er daarom voor je geregeld stilstaat bij de draagkracht van de naaste. Voor meer tips zie het kopje Ondersteunen van naasten.

Spreek af en leg ook vast wie op welke wijze wordt geïnformeerd.

Leg ieders rol in de begeleiding vast en evalueer gezamenlijk op vaste momenten.

Maak heldere afspraken met de cliënt en zijn naasten over de onderlinge taakverdeling bij praktische zaken. Je kunt hiervoor gebruik maken van hulpmiddelen als de Triadekaart.

Ondersteunen van naasten

Natuurlijk ligt het voor de hand dat je als professional kijkt hoe je naasten kunt gebruiken om de zorg of begeleiding van de cliënt te verbeteren. Daar is ook niks mis mee, zolang:

  • de naaste daar zelf ook voor openstaat
  • de naaste het zelf allemaal goed aankan.


Maar de vraag is wel wederkerig, in de zin dat de naaste wel moet kunnen rekenen op een vangnet als hij het niet meer redt. De ze module vraagt nadrukkelijk aandacht voor het ondersteunen van naasten. Zeker op momenten dat er een grote verandering optreedt (denk aan crisisopname of ontslag), is het goed de draagkracht van de naaste te checken. Niet alleen vanwege de rol die ze kunnen spelen in het herstelproces van de patiënt, maar ook om hun eigen herstelproces te kunnen doorlopen.

Zelf ervaring als naaste?

Familie-ervaring maakt je een betere hulpverlener
We ondervroegen 500 familieleden en 200 hulpverleners-met-familiebetrokkenheid. De resultaten uit die enquête spreken boekdelen. Driekwart van de familieleden vindt dat een hulpverlener die zelf naaste is doorgaans prettiger reageert. Zij verwachten dat het contact met de naaste én de cliënt beter is als de hulpverlener zelf naaste is.

Familie-ervaring maakt mensen tot een betere hulpverlener, zeggen ze. Ypsilon deelt die visie, zonder te willen zeggen dat alleen mensen met familie-ervaring een goede hulpverlener kunnen zijn.

De enquête was onderdeel van het project Peer2Peer, waarin we de openheid van hulpverleners over hun eigen familie-ervaring stimuleerden. Meer daarover in de
visiesheet ‘Vertellen nodigt uit tot openheid en nieuwe inzichten’.

Meer informatie

  • Boek “Bondgenoten; hoe familie en hulpverleners in de psychiatrie kunnen samenwerken” (2014) van Henk-Willem Klaassen
ANBI logo