Ypsilon nieuws 1 | 2025

Als ik de keuken binnenkom, slaat zijn afschuwelijke zwerverslucht me in mijn gezicht. De lucht van zweet en urine en almaar weer opgedroogde kleren, nooit gewassen! Zo ruiken zwervers, wist ik. Hij zit aan de grote tafel, zijn stoel ver naar achteren geschoven. Van zijn diep voorover gezakte hoofd zie ik de waaier van zijn kruin. Hoe vaak had ik niet met een natte borstel dat weerbarstige haar in toom willen houden. Zonder succes overigens, want binnen een paar minuten stond het weer als een vrolijk pluimpje op zijn kortgeknipte jongenshoofd. 'Willem', zeg ik nog eens, 'fijn dat je er bent.' Hij reageert niet. 'Fijn Willem', zeg ik weer en ik meen het. In hoeveel slapeloze nachten had ik niet verlangd naar een teken van leven van deze zoon. Maar nu hij hier voor mij zit ben ik alleen maar bang! Bang voor mijn eigen zoon, mijn schizofrene kind. Natuurlijk, ik hield nog altijd van hem en toch, hoe vaak had ik de laatste jaren niet gewenst dat hij nooit geboren was! Veel verwachtingen had hij gewekt. Bij het uitreiken van de diploma's had de rector hem 'een veel belovende, rustige jongeman' genoemd. Ik weet nog dat ik toen dacht: te rustig, te veel in zichzelf gekeerd. Mijn zoon Met een stapeltje vers gestreken wasgoed loop ik neuriënd de trap op. Ik ben goed opgeschoten en eigenlijk heb ik het strijken met plezier gedaan. Dan, halverwege de trap, hoor ik de keukendeur. Mijn hart bonkt plotseling in mijn lijf. O God, dat is Willem. Alleen hij gooit de deur zo wijd open. Ik blijf staan. 'Willem', roep ik. 'Willem, ben jij dat?' Geen antwoord. tekst Een Ypsilonmoeder illustratie Anna Wikje Roorda Boersma Behalve het onrustige geschuifel van zijn zware schoenen is het even doodstil in de keuken. Dan begin ik te praten en kan ik niet meer ophouden. 'Willem', zeg ik, 'je wilt vast een beker koffie. Ik heb net gezet en de melk is nog warm'. Automatisch schenk ik twee grote bekers vol. Veel suiker, dan heeft hij dat tenminste binnen. 'Ik heb nog zuurkool van gisteren. Dat warm ik even voor je op en o, kijk, ik heb nog worst ook. Lekker hè?' Ik hoor mezelf ratelen. Mijn stem klinkt iets hoger dan gewoonlijk. Opgejaagd dier 'Ik laat er een bruin korstje aankomen, daar houd je immers zo van. 't Ruikt al lekker, hè? Je hebt er vast zin in. Je boft hoor. Kom je zomaar binnenvallen en daar staat je lievelingskostje voor je klaar. Doe je jas uit, Willem. 't Is warm in de keuken.' Willem reageert niet. Ik schep de zuurkool om en om. Onderwijl hoor ik het schuifelen van zijn voeten die hij geen ogenblik kan stilhouden. Bewegingsdrang, noemen ze dat. Ik kijk om. Zijn witte handen liggen met de palmen naar boven gekeerd op het bonte tafelkleedje. Zo zat hij vroeger ook altijd, alsof hij iets ontvangen wilde. Maar nu zijn het geen kleine jongenshanden meer. Het zijn grote mannenhanden waar ik bang voor ben. Geen vork en mes, je weet maar nooit. Met een lepel zet ik de dampende zuurkool voor hem. 'Lekker hè', zeg ik. 'Zuurkool. Lekker hè, Willem?' Plotseling begint hij het eten naar binnen te schrokken. Hij eet als een wild, opgejaagd dier: hap, slok, weg! Schichtig. Op zijn hoede. Niemand thuis 'Lekker hè, Willem?', zeg ik voor de zoveelste keer. 'Ik ben ook altijd zo dol op zuurkool met dit weer. 't Is toch niet echt koud voor de tijd van het jaar, hè? Straks ga ik boodschappen doen. Zal ik iets voor je meebrengen? Brood of vlees? Of wil je fruit, ik moet ook nog naar de groenteboer. Heb je nog was, dan doe ik die even in de machine.' Zijn bord is leeg. Met schuin opgeheven hoofd luistert hij en ik zie aan zijn ogen dat mijn gepraat vergeefs is. Hij luistert naar stemmen die niemand anders hoort. O God, ogot, hij heeft een psychose en er is niemand thuis. 'Ik heb ook nog yoghurt met perziken, houd je toch zo van?' Snel vul ik het groene dessertkommetje met yoghurt. En op dit moment, alsof hij erop gewacht heeft, grijpt hij het bakje in zijn grote hand en slingert het naar mijn hoofd. Ik buk bijtijds en ik zie in een flits het kommetje in scherven uit elkaar spatten. De yoghurt stroomt zachtgeel langzaam van de muur op het aanrecht. Vergif in het eten 'Kutwijf. Rothoer', schreeuwt hij. De woorden botsen wreed tegen mij op, als rake klappen. 'Je eigen kinderen ombrengen, hè? Ik ken je. Vergif in het eten!' Hij staat nu bijna op mijn tenen. Groot en dreigend. Zijn zwerverslucht dringt diep in mijn neusgaten. Wat stinkt hij. God, wat stinkt hij, denk ik nog. Nu, nu gaat het gebeuren. Plotseling draait hij zich om, graait het wasgoed van tafel en slingert het door de keuken. 'Rotwijf, kreng, hoer', herhaalt hij, 'je eigen kind vergiftigen.' Hij grijpt zijn jas en vlucht... De keuken uit, weg van mij. 'Je eigen kind ombrengen', hoor ik hem nog schreeuwen, terwijl hij wild zwaaiend met zijn witte plastic zak het tuinpad afholt. Ik kijk hem na tot hij uit het gezicht verdwenen is. De tranen stromen over mijn wangen. Ik laat me op een stoel zakken en achter het lege bord snik ik gierend over zijn en mijn verdriet. Willem. Meer verhalen lezen? Kijk op boven-jan.nl/verhalen Hij staat nu bijna op mijn tenen, groot en dreigend. Zijn zwerverslucht dringt diep in mijn neusgaten Winactie Heeft jouw familielid last van depressieve klachten, stress of slaapproblemen? Of kun jij als naaste wel een steuntje in de rug gebruiken? Esther Verhoek ontwikkelde een kleurrijke kaartenset vol tips en leefstijladviezen. Een set om een dierbare bij te staan én om als naaste ook zelf staande te blijven. Want dat is geen kattenpis, ervaarde Esther toen ze zelf in die situatie zat. Esther: ‘In mijn drukke bestaan vergat ik mezelf. Ik raakte volledig uit balans, met burn-outs, depressies, bipolariteit en psychoses tot gevolg. Toch herstelde ik volledig. Alles wat mij tijdens mijn eigen reis en als naaste geholpen heeft - en nog steeds helpt - heb ik verwerkt in deze praktische toolkit.’ Interesse? Wij mogen van Esther 1 kaartenset weggeven. Stuur om mee te doen een mailtje naar Imke van Wettum: ivanwettum@ypsilon.org. Meer informatie vind je op es-sentie.nl www.ypsilon.org ERVARING 11 Ypsilon Nieuws 1 | 2025 10 ERVARING

RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=