FEUILLETON 12 13 YPSILON NIEUWS 2 | 2025 ADVIESDIENST www.ypsilon.org De adviesdienst is er voor leden. Maak er gebruik van! Bel voor de telefonische adviesdienst 088 000 21 20, bereikbaar op ma/di/do/vr van 10.00 tot 16.00 uur. Je krijgt dan Marjo Markx, Heleen Schönau of Marjolein Hoekstra aan de telefoon. Ook kun je vanaf nu appen naar 06 16 35 03 92. Stuur je een e-mail naar adviesdienst@ypsilon.org, dan zal Erin Wagenaar je vraag beantwoorden. Laatste redmiddel Een zonnige ochtend op het landelijk bureau. Ik heb net mijn eerste kop koffie ingeschonken als Willem belt. Hij steekt meteen van wal. Zijn moeder heeft wanen. Ze denkt dat ze besmet is met corona en dat iedereen doodgaat. Ze heeft alle ramen afgeplakt en bonkt ’s nachts op de muren. De buren hebben al meerdere malen bij de verhuurder geklaagd. ‘Kan mijn moeder niet gewoon gedwongen worden opgenomen? Zo gaat het niet langer.’ Willems moeder wil geen hulp en al helemáál geen pillen slikken. Als Willem oppert om de ggz in te schakelen reageert zij woedend: ‘Ik ben toch niet gek! Als je mij niet steunt hoef je hier ook niet meer te komen.’ Willem voelt zich machteloos. Hij heeft de huisarts van zijn moeder al gevraagd om bij haar langs te gaan om op haar in te praten. Naar hem luistert ze misschien wel. Die heeft geweigerd; hij zegt dat ze zelf naar het spreekuur moet komen. ‘Waarom doet niemand wat? Moeten we dan maar afwachten tot het uit de hand loopt?' Helaas voor Willem en zijn moeder biedt gedwongen zorg niet in alle zorgelijke situaties een oplossing. Het is altijd een uiterste middel en kan pas worden ingezet als er geen andere, minder ingrijpende, mogelijkheden meer zijn. Ultimum remedium heet dat. Want ingrijpend ís het voor degene die het meemaakt. Willem heeft zich er zelf ook al in verdiept: ‘In de wet staat dat er sprake moet zijn van ‘ernstig nadeel’. Dat is toch wat er nu aan de hand is?’ Ik leg hem uit dat hij zich weliswaar terecht zorgen maakt, maar dat het in de praktijk toch vaak gaat over ‘gevaar’. En bovendien: misschien zijn er nog andere mogelijkheden. Die moeten eerst onderzocht worden. Want het is juist de bedoeling dat een gedwongen opname voorkomen wordt. In de rest van het gesprek proberen we samen te bedenken wat hij kan doen om contact met zijn moeder te houden en haar te verleiden om zorg te accepteren. Hij bedenkt dat het misschien helpt om haar angst voor corona serieus te nemen en voor te stellen om hiermee samen naar de huisarts te gaan. Heleen Schönau | medewerker Adviesdienst Lalith, een Sri Lankaanse Nederlander met de diagnose schizofrenie, overleed op 26 april 2023 in het verpleeghuis waar hij woonde. Jolanda Brunnekreef, zijn mantelzorger en ex-partner, vertelt in YN wat zij meemaakt. Ik ben schizofreen, maar niet gek’, zei Lalith wel eens. Hij bedoelde daarmee het extra probleem dat hij cadeau kreeg bovenop zijn ziekte: dat andere mensen hem niet begrepen of serieus namen. Dit vond hij soms nog erger dan zijn aandoening zelf. Bijna iedere dag noemde hij voorbeelden van onheuse bejegening. In sommige gevallen was zijn gekwetstheid onterecht en een gevolg van de ziekte, maar vaak zag hij helaas maar al te goed wat er werkelijk gebeurde. Als zijn mantelzorger overkwam het mij eveneens. Talloze keren, bijna systematisch. Als ik me begaf in een wereld waar mensen de link tussen ons niet zagen, werd ik ‘normaal’ behandeld. Maar zo gauw die koppeling er was, viel ook mij een ander soort behandeling ten deel. In extreme situaties werd ik zelfs een ‘verrader’ en ‘buitenlanderhoer’ genoemd. Maar het venijn zat ‘m meer in de dagelijkse, moeilijker te benoemen dingen. Zitting Wat dat betreft is de allerlaatste ervaring van Lalith en mij met de wereld om ons heen misschien niet verrassend te noemen. De afwikkeling van de zaken rondom zijn overlijden verloopt ronduit moeizaam. Er is vastgesteld dat de instelling waar Lalith verbleef niet goed heeft gehandeld op de signalen van zijn herseninfarct en dat hij daaraan uiteindelijk is overleden. Toch ben ik anderhalf jaar na dato geëindigd met minder dan waarmee de zaak begon. En dat terwijl zelfs de Inspectie en de Geschillencommissie erbij betrokken zijn. Een advocaat wilde bovendien gratis rechtsbijstand voor mij regelen, omdat er steeds meer situaties zijn waarbij naasten niet per se biologische familie of echtgenoten zijn. De instelling gaf toe dat een schadevergoeding op z’n plek was. Bij de Geschillencommissie zou het alleen gaan over de hoogte daarvan. De zitting bleek echter een farce. De voorzitter had de belangrijkste stukken niet eens gelezen. Haar standpunt leek al beklonken. Meneer had toch al geen kwaliteit van leven meer? En met zijn hersenbeeld zou hij toch al niet zo lang meer geleefd hebben? De instelling heeft toch sorry gezegd? Het ging toch niet om geld? Een onafhankelijke arts moest het finale antwoord bieden, maar bleek tegelijkertijd iemand te moeten zijn uit de kring van de Geschillencommissie zelf. Hoezo onafhankelijk? Als klap op de vuurpijl mocht de advocaat die rechtsbijstand had geregeld ons niet meer ondersteunen. We kregen een andere advocaat en die was totaal onervaren. Zij had nog nooit zo’n schandalige toestand meegemaakt als deze zitting. Maar niet getreurd: volgens haar konden we hoe dan ook een civiel rechterlijke procedure starten, als de uitslag onbevredigend zou zijn. Alleen ‘zijn’ Dat bleek niet zo te zijn. Zijn, dat was een tijdlang het enige wat er nog overbleef van mij. De uitslag van de Geschillencommissie eindigde in het voordeel van de instelling. Er was tunnelvisie ontstaan omdat Lalith psychiatrisch patiënt was. Het was aannemelijk dat medewerkers dachten dat hij deed alsof. Het werd geaccepteerd als afdoende verklaring voor het niet ingrijpen na zijn herseninfarct. Ook al probeerde ik een week lang een arts erbij te krijgen. De instelling won, en ik heb niets, helemaal niets meer van hen gehoord. Ook niet de vergoeding gekregen die ze sowieso al wilden geven. Ook niet het beloofde afscheid als cliëntenraadslid. Niet dat iets in mij dat ook nog maar zou willen. Vandaag heb ik de moed opgevat om dit stukje te schrijven voor YN. Vooral om te benadrukken hoe dankbaar ik de medewerkers van Ypsilon opnieuw ben voor de steun die ze me geboden hebben en nog bieden. Jolanda Brunnekreef | yn@ypsilon.org FEUILLETON - DEEL 17 Wie is hier nou gek? ‘
RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=