Hallo Geertje, Als ik aan gedwongen zorg denk, dan heb ik het niet alleen over eigen regie, maar ook over de menselijke waardigheid. MIND vraagt terecht een onderscheid te maken tussen een wilsbekwame patiënt en een wilsonbekwame patiënt. Helaas heb ik niet de indruk dat de kwaliteit van de beoordeling daarvan in de wet voldoende is geborgd. Ik word een beetje moe van alle wijzigingen die bedoeld zijn als verbeteringen, maar in de praktijk dikwijls heel anders uitpakken. In mijn ogen, de ogen van een gewone bezorgde moeder, kan het zo simpel zijn. Als gedwongen zorg nodig is, dan luister je naar de patiënt en je betrekt zijn omgeving erbij. Met name als de patiënt wilsonbekwaam is. Dat lijkt mij vaak het geval als gedwongen zorg geregeld moet worden. De omgeving van de patiënt is daarbij van groot belang. Ik heb het nu natuurlijk niet over de drugsdealer, maar wel over die ‘lastpakken’ die lid zijn van Ypsilon. Over eenzame opsluiting wil ik het niet hebben. Schande dat dat nog bestaat. Misschien is het niet zozeer de wet die veranderd moet worden, maar de mentaliteit waarmee we met psychiatrische patiënten omgaan. Liefs, Ansje COVERSTORY www.ypsilon.org 20 POLEMIEK 21 YPSILON NIEUWS 2 | 2025 B R I E V E N Lieve Ansje, Het wetsvoorstel tot evaluatie van de Wvggz en Wzd doet mijn wenkbrauwen fronsen. De term ‘naasten’ blijft veel te vaag. Ik herinner me hoe een psychiater op een congres stelde dat zelfs een dealer als ‘naaste’ kan gelden: ‘Dan is er tenminste nog contact met de buitenwereld.’ Onbegrijpelijk. Als dat onze maatstaf wordt, glijden we als samenleving akelig af. Voor ouders van een volwassen kind met waandenkbeelden is het een bittere pil wanneer mensen met een schadelijke invloed meer rechten krijgen dan zij. Ouders zijn geen pottenkijkers, maar poortwachters. Juist in crisissituaties zijn zij cruciaal. Ze verdienen dan ook een wettelijk verankerde positie in het zorgproces. Als ‘moeder van’ ben ik niet zomaar een ‘naaste’. Ik ben degene die haar kind op deze wereld heeft gezet, met alles wat daarbij hoort. En vergeet de vaders niet. Geef ons een stem die klinkt als een klok: helder, krachtig, onmiskenbaar, zonder dat we klokkenluiders hoeven te worden wanneer de zorg faalt. Liefs, Geertje Geen bezwaar/geen verzet Er is een groep cliënten die geen zorg wil, maar zich er ook niet tegen verzet. Voor deze 'geen bezwaar/geen verzet'-groep dreigt de zorg nu juist moeilijker te worden met dit wetsvoorstel. Ypsilon vindt, samen met MIND, dat zorg in zulke situaties wél mogelijk moet blijven als de vertegenwoordiger instemt. Anders dreigt noodzakelijke zorg te laat te komen. Juist deze groep, die vaak in een psychische crisis verkeert zonder dit zelf te erkennen, loopt het risico tussen wal en schip te vallen. De vertraging die optreedt doordat men wacht op expliciete instemming of verzet, kan leiden tot ernstige schade voor de cliënt én zijn omgeving. Het wetsvoorstel moet hier realistisch en humaan mee omgaan. Ypsilon stelt voor dat vertegenwoordigers in deze situaties sneller betrokken worden. Ook moet er ruimte zijn voor laagdrempelige acties, die voorkomen dat er later dwang nodig is. ‘Hij smeerde glas in zijn haar. Pas toen werd hij gedwongen opgenomen. Dat was traumatisch voor ons allemaal.’ Verbod op separeren Het aantal separaties en afzonderingen is sinds invoering van de Wvggz niet afgenomen, maar juist toegenomen. Dit staat lijnrecht tegenover de bedoeling van de wet. Ypsilon ondersteunt het pleidooi van MIND voor een wettelijk verbod op afzonderingsruimtes. Alleen onder strikte voorwaarden mag een cliënt nog in een Extra Beveiligde Kamer geplaatst worden. Een humanere ggz begint hier. Daarnaast is het belangrijk dat er alternatieven voor separatie worden ontwikkeld en dat daar ook geld voor is. Denk aan comfort rooms, extra begeleiding op de groep of het inzetten van ervaringsdeskundigen. Deze alternatieven moeten onderdeel worden van het kwaliteitsbeleid binnen instellingen. Ook moet er nazorg zijn na separatie of fixatie. Cliënten én naasten moeten de gelegenheid krijgen om te bespreken wat er is gebeurd. Wat had anders gekund? Hoe voorkomen we herhaling? Als dit niet gebeurt, bestaat er risico op nieuwe trauma’s. 'Herman is er weer’, zegt Anne tegen mij. Ik moet even schakelen. Wie is Herman? De vlieg. Zij omschrijft zijn vliegwijze, dikwijls op haar zittend. Zou de warmte zijn die hij opzoekt. Een heel gesprek volgt. Ik ga mee in het verhaal, maar mijn hart breekt wederom in duizend stukjes. Mijn dochter met een goede intelligentie is blij met een vlieg. Even vallen de vier muren van de isoleercel weg, de eenzaamheid, de gedachten en gevoelens. Even. Vervolgens gaat Herman weer. Anne blijft. Alleen. In een cel, 23 uur per dag.’ Toezicht en registratie Toezicht op gedwongen zorg lukt alleen met goede gegevens. Maar veel instellingen leveren hun gegevens niet of niet juist aan bij de Inspectie. Juist de minst zichtbare vormen van dwang worden straks niet meer geregistreerd. Wat ons betreft moeten alle vormen van verplichte zorg geregistreerd blijven worden. Alleen zo kan de Inspectie goed toezicht houden. Daarnaast moet de Inspectie genoeg mensen en middelen hebben om toezicht te houden. Zorgaanbieders moeten weten wat er van hen wordt verwacht en hoe handhaving plaatsvindt. Zonder betrouwbare cijfers en krachtige handhaving blijft toezicht een papieren tijger. MIND roept op tot een landelijk registratiesysteem dat laat zien hoe vaak, hoe lang en onder welke omstandigheden verplichte zorg plaatsvindt. Naasten mogen hierbij niet worden vergeten: ook hun ervaringen moeten worden meegenomen bij het beoordelen van de kwaliteit van zorg. ‘De inspectie moet toezicht houden, maar heeft niet eens goede cijfers. Hoe kan ze dan sturen op verbetering?’ Onder de motorkap: pilots Ypsilon steunt het initiatief van MIND en Stichting PVP om de bestaande hulpmiddelen gebruiksvriendelijker te maken. In pilots werken ggz-teams aan eigen oplossingen, zoals een vernieuwde zorgkaart en gesprekskaarten voor eigen regie. De resultaten hiervan kunnen helpen om de praktijk van verplichte zorg humaner en effectiever te maken. Wat opvalt in de pilots, is het belang van taal en vormgeving. Een document in de ik-vorm, met duidelijke keuzes en ruimte voor persoonlijke toelichting, werkt voor veel cliënten beter. Ook digitale varianten, zoals een interactieve zorgkaart via een app, verlagen de drempel. Ypsilon wil dat de uitkomsten van deze pilots breed worden gedeeld en dat succesvolle innovaties landelijk worden ingevoerd. Daarvoor moeten ook het ministerie, zorgverzekeraars en beroepsverenigingen meewerken. ‘We merken nu al dat het helpt als instrumenten toegankelijker zijn geschreven. Zoals een zorgkaart in de ik-vorm.’
RkJQdWJsaXNoZXIy NzkyMjk=