Zomaar een ontmoeting op straat…
Ik loop in gedachten naar de glasbak. Een sporadisch terugkerende loop. Vlak bij huis. Het is weekend en prachtig weer. ‘Dag Jan’, hoor ik iemand zeggen. Ik schrik op en zie dat het twee leden van Ypsilon zijn. Ze hebben hun handen vol. Komen net uit hun auto. Ze zijn ouders van een al lang volwassen dochter om wie ze grote zorgen hebben. Ze vertellen me dat hun dochter volkomen in de war door twee agenten van straat is geplukt. Die hebben haar naar een GGz-instelling gebracht. Zij wilde niet meer terug naar huis, ‘want daar is het niet pluis. De lucht wordt vergiftigd!’
Pakweg een week eerder had ik de vader onverwacht ontmoet. Ik kende hem nog niet. Hij vertelde toen dat hij me op een Ypsilonavond had horen praten. Over familiebeleid, over het belang van een familieraad en vooral over het grote belang om als naasten in contact met de professionals je niet opzij te laten zetten, of met een kluitje in het riet te laten sturen. Hij en zijn vrouw vinden het prettig om deel te nemen aan die avonden. Met lotgenoten. Die allemaal voelen wat je doormaakt als ouders, partners, etc. van mensen met een psychosegevoeligheid. Hoe onverwacht vaak er van alles kan gebeuren, en dat je telkens maar weer moet schakelen, moet aftasten wat jouw zieke familielid aankan, nodig heeft. Hoe je er voor hem of haar kan zijn. In voor- en tegenspoed. En of dat ook gewaardeerd wordt door de hulpverleners. Zeggen zij niet te vaak: ‘Nu maar even niet. Dat kan hij of zij niet aan?’
We raken bij die glasbak aan de praat. Ze vertellen me kort wat ze de afgelopen dagen weer hebben meegemaakt. Dat is niet mis. Hun dochter bleek, zonder dat zij het wisten, gestopt te zijn met het innemen van haar medicijnen. Nu hun dochter in de GGz-instelling is hebben ze het gevoel dat ze daar wel ‘veilig’ is en ze hopen dat ze daar vrijwillig weken zal blijven. Maar er moet wel voor haar twee katten gezorgd worden. ‘Nou ja’, zeggen ze, ‘dat doen wij natuurlijk!’ Vanmiddag zijn ze bij haar op bezoek geweest. Gisteren mocht haar moeder niet komen, vandaag wel.
Ik vertel hen dat ik door schade en schande in de loop van vele jaren had geleerd om in het contact met mijn zieke broer vooral geen enkele verwachting vooraf te hebben over hoe het zou gaan verlopen, ons contact. Het kwam voor dat ik al na tien minuten weg ging. Ik moest dan van hem oprotten. ‘Wat kom je doen eigenlijk?’ En dat ik, weer thuis gekomen, de voicemail van de telefoon afluisterde waarop hij al weer te horen was met de vraag: ‘Ha Jan, wanneer kom je weer?’
De ouders vertrekken weer. ‘Fijn om even gepraat te hebben. Nou, een prettige dag verder hè?’ Ik gooi de lege flessen in de glasbak en loop, nu met andere gedachten naar huis. Wat een zorg hebben deze mensen! Zorg die almaar door gaat en waarvan je nooit het effect weet.
Weer met belangstelling je weblog gelezen. Helaas een zeer herkenbare situatie, die vaak voor komt. De meest aansprekende zin, zeker voor ouders, is´:Nu hun dochter in de GGZ instelling is hebben ze het gevoel dat ze daar wel veilig is´. Dat is waarom ouders die weten dat hun zoon/dochter tot de zeer kwetsbare psychiatrische clienten behoort er voor zullen blijven kiezen dat hun familielid dáár woont. Natuurlijk heb ik de gloedvolle pleidooien van Bert gelezen voor het overleg in de TK over verwarde mensen. Alles is waar, maar, realistisch gezien, kun je stellen dat het allemaal heel anders aangepakt moet worden in de maatschappij voordat psychiatrische patienten daar veilig zullen kunnen wonen en tegelijkertijd weet je, dat het op z´n best gezegd voorlopig nog wel ´een mensenleven´zal duren voordat dat gebeurt.
Daarom wil ik er nogmaals voor pleiten-en ik weet zeker namens honderden mede familieleden- dat erkend wordt dat nog een paar duizend psychiatrische patienten de veiligheid en de 24 uurs zorg van een instelling nodig heeft én dat die erkenning inhoudt dat voor deze intramurale zorg voldoende geld beschikbaar blijft, en komt, om de huisvesting, de (herstel ondersteunende)zorg, dagbesteding, werk, arbeid, uitstekend in te richten en waar nodig te moderniseren. Dat is een even terechte andere kant van de medaille-laat Van Rijn ook daar eens een mooie pilot van maken. Hartelijke groet van Ria.