‘Vraagverlegenheid’ wil zeggen dat mensen het lastig vinden om hulp aan anderen te vragen en/of te accepteren. We vinden het belangrijk om onze eigen boontjes te doppen. Ook wil niemand graag bij een ander in het krijt staan of de vuile was buiten hangen.
Familieleden of naasten van mensen met een ernstige psychische aandoening zijn vaak nóg terughoudender met het vragen van hulp. Terwijl zij nog zwaarder belast zijn dan andere mantelzorgers. Het onvoorspelbare karakter van de aandoening speelt daarbij een rol: niemand weet toch beter hoe ze moeten handelen dan zijzelf? En hoe langer de situatie duurt, des te kleiner vaak ook het netwerk wordt.
Ypsilon ontwikkelde deze toolkit met instrumenten die jou helpt om jevraag zo te (leren) stellen dat je daadwerkelijk hulp krijgt vanuit je netwerk.
Want als er een steeds groter beroep op familie gedaan wordt, moet je jezelf ook gesteund weten!
Starten? Kies een van de opties uit het menu links of scrol verder.
Mantelzorgen is een eenzame klus. Wie helpt de helper? In een reeks visiesheets legt Ypsilon vast wat haar officiële standpunten zijn rond actuele onderwerpen. Standpunten die steeds op één A4-tje zijn verwoord en worden gedragen door de leden van de vereniging.
Hier lees je de visie van Ypsilon op vraagverlegenheid, en hoe deze te doorbreken.
NB: Het navolgende deel van de pagina is momenteel in bewerking. Excuses voor het ongemak!
Mantelzorgers zijn vaak zwaar belast door de combinatie van zorg, werk en eigen gezin. De EDIZ-plus is een instrument dat helpt om de belasting van mantelzorgers van mensen met een psychische aandoening in kaart te brengen. De EDIZ-plus bestaat uit 15 vragen. Invullen duurt ongeveer 5 minuten. Binnenkort vind je hier een interactieve versie. Tot die tijd is wel al een pdf-versie van de EDIZ-plus beschikbaar.
De EDIZ-plus is ontwikkeld door Alice de Boer (i.s.m. prof. dr. Anne Margriet Pot) en is wetenschappelijk gevalideerd (Pot e.a., 1995 en De Boer e.a., 2012).
Ja
Viel wel mee
Nee
2. Kostte het u destijds meer moeite dan anders om uw huishouden te regelen?
Ja
Viel wel mee
Nee
3. Was u in uw vrije tijd te moe om iets te ondernemen in die periode?
Ja
Viel wel mee
Nee
Ja
Viel wel mee
Nee
5. Kwam u regelmatig tijd tekort in die periode?
Ja
Viel wel mee
Nee
Hierna volgt een aantal uitspraken over hoe u het geven van hulp kunt ervaren.
Neem daarbij in gedachten het moment in de afgelopen 12 maanden waarop de hulpbehoefte het grootst was. De bedoeling is dat u bij elk van deze uitspraken aangeeft, in hoeverre die op u van toepassing is.
U hebt hierbij de volgende antwoordmogelijkheden: Mee eens – Niet mee eens/Niet mee oneens – Mee oneens
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
7. Mijn zelfstandigheid kwam in de knel.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
8. De hulp voor degene voor wie ik zorgde kwam te veel op mijn schouders neer.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
10. Ik moest altijd maar klaarstaan voor degene voor wie ik zorgde.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
11. Door mijn betrokkenheid bij degene voor wie ik zorgde voelde ik mijzelf erg gebonden.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
13. De situatie van degene voor wie ik zorgde liet mij nooit los.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
14. Ik voelde mij nooit vrij van verantwoordelijkheden.
Mee eens
Niet mee eens/Niet mee oneens
Mee oneens
Nu volgt een laatste vraag over uw gezondheid. U heeft de volgende antwoordcategorieën: Vooruitgegaan – Hetzelfde gebleven – Achteruitgegaan
15. Is uw gezondheid door het hulp geven voor- of achteruit gegaan?
Vooruit gegaan
Hetzelfde gebleven
Achteruit gegaan
Bij wie kan ik terecht?
De huisarts is de eerste hulpverlener bij lichamelijke of psychische klachten op wie je een beroep kunt doen. Een bezoek aan de huisarts is gratis en gaat niet van je eigen risico af. De huisarts bekijkt welke klachten je hebt, en welke behandeling en begeleiding het beste past. Hij kan je ook zelf behandelen, al dan niet met hulp van medicijnen.
Hoe de huisarts jou kan ondersteunen lees je in het thema Naar de huisarts op de website van MIND, koepel van cliënten- en familieorganisaties in de GGZ.
Praktijkondersteuner huisarts GGZ (POH-GGZ)
De POH-GGZ ondersteunt de huisarts bij mensen die psychische klachten hebben, bijvoorbeeld omdat ze zélf mensen ondersteunen. Een POH kan helpen om je meer inzicht te geven in je klachten, kan een kortdurende behandeling geven en je helpen om met je klachten om te gaan. Praktijkondersteuning GGZ kost je niets en gaat niet van je eigen risico af.
Werknemers die langdurig de zorg op zich nemen voor een familielid, buur of vriend, zijn vaker langer ziek. Ook voelen zij zich minder gezond in vergelijking met collega’s zonder zorgtaken. Tegelijk willen mantelzorgers de werkgever en collega’s meestal niet lastigvallen met problemen thuis. Een werkgever is hierdoor dikwijls niet op de hoogte van werknemers die thuis mantelzorgtaken verrichten. Een bedrijfsarts kan meedenken hoe hierin een goede balans te vinden. De bedrijfsarts mag niet praten over jouw klachten/ziekte met je werkgever. Ben je langer dan een week ziek, dan krijg je vaak vanzelf een oproep voor de bedrijfsarts.
Een psycholoog helpt je met gesprekken of therapie. Hij luistert naar wat je vertelt, kijkt naar je gedrag en gaat na hoe je denkt en hoe je je voelt. Je bent zelf degene die zorgt voor je herstel, maar de psycholoog kan je daarbij helpen door je kennis of perspectief te geven, nieuwe mogelijkheden te opperen of je te confronteren. Denk je de hulp van een psycholoog te kunnen gebruiken, vraag dan een verwijzing aan je huisarts.
Een maatschappelijk werker ondersteunt je bij het oplossen van en omgaan met problemen in je dagelijks leven. Het kan daarbij gaan om vragen over regelingen, uitkeringen, wetgeving, financiën, maar ook over eenzaamheid, vragen over je eigen functioneren of problemen met instanties. Hulp door een maatschappelijk werker is gratis.
Een Steunpunt Mantelzorg biedt informatie over alles wat met mantelzorg te maken heeft. Je krijgt persoonlijk advies over de hulp en ondersteuning die bij je wensen past. Daarnaast organiseert een steunpunt bijeenkomsten waar je in contact kan komen met andere mantelzorgers. Het verschilt wel per steunpunt hoeveel kennis beschikbaar is over psychische problemen.
Wmo-loket van de gemeente/Sociaal wijkteam
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Iedere gemeente organiseert de toegang op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar je terecht kunt met je hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.
Familie-organisaties in de ggz hebben veel ervaring met mensen die in een vergelijkbare situatie als jij zitten. MIND Ypsilon alleen al hielp door de jaren heen meer dan 20.000 gezinnen. Die ervaring kan goed van pas komen bij advies over jouw situatie. Ook bieden ze een luisterend oor en organiseren ze in veel regio’s informatie- of gespreksbijeenkomsten. Bij veel organisaties kun je gratis voor een eerste gesprek aankloppen. Wil je meer of vaker ondersteuning, dan wordt verwacht dat je lid of donateur wordt.
Wat kan ik ze vragen?
Het kan nog best lastig zijn om te verwoorden met welke ondersteuning u echt bent geholpen. Ypsilon formuleerde voorbeeldvragen die u in een gesprek met hulpverleners kunt stellen. Vink de vragen aan die u aanspreken. Zodra u klaar bent kunt u dit lijstje naar uzelf toemailen en ze gebruiken in het gesprek.
Ik heb het gevoel dat ik mijn zieke naaste tekort doe. Kan het beter?
Ik heb het gevoel dat ik de andere gezinsleden tekort doe. Hoe zorg ik voor meer evenwicht?
Ik heb het gevoel dat ik mezelf tekort doe. Waar kan ik leren om beter mijn grenzen te bewaken?
Ik zit er helemaal doorheen. Wat zijn mijn mogelijkheden voor professionele hulp?
Ik heb de EDIZ Plus-test gedaan. Deze laat zien dat ik licht belast ben. Wat raadt u me aan?
Ik heb de EDIZ Plus-test gedaan. Deze laat zien dat ik matig belast ben. Wat raadt u me aan?
Ik heb de EDIZ Plus-test gedaan. Deze laat zien dat ik ernstig belast ben. Wat raadt u me aan?
Ik vind de situatie voor mijn naaste bedreigend. Wie zorgt ervoor dat mijn naaste wordt opgenomen?
Ik vind de situatie voor mezelf of mijn gezin bedreigend. Wie zorgt ervoor dat mijn naaste wordt opgenomen?
Ik zie soms zelf het leven niet meer zitten. Wie kan me helpen?
Ik slaap slecht. Wat raadt u me aan?
Ik heb last hoofdpijn. Wat raadt u me aan?
Ik heb last van mijn nek/mijn lijf zit ‘vast’. Wat raadt u me aan?
Ik ben doodop. Wat raadt u me aan?
Ik heb me ziek gemeld. Hoe gaat het verder?
Hoe krijg ik mijn baan beter gecombineerd met de zorg voor mijn naaste?
Het liefst zou ik er even tussenuit willen gaan. Kunt u meedenken over de mogelijkheden?
De kinderen van mijn naaste dragen een te grote verantwoordelijkheid. Wie neemt hem over?
Ik wil wel eens praten met iemand in dezelfde situatie. Waar kan ik terecht?
Ik loop financieel vast. Zijn er financiële regelingen die me kunnen steunen?
Als u niet de juiste persoon bent voor een vraag die ik stelde, bij wie moet ik dan zijn?
Tips voor het gesprek
Los van de beste vragen zijn er meer tips te geven om je goed voor te bereiden op een gesprek om steun te vragen voor jezelf. Ypsilon zette ze op een rijtje.
Hulp vragen is niet altijd makkelijk. Het kan je het gevoel geven dat je van anderen afhankelijk bent. Of je kunt denken dat de ander er vast geen zin in heeft. Of geen tijd. Maar kijk naar jezelf: jij vindt het ook vanzelfsprekend om je voor je naaste in te zetten. Dus waarom zou je anderen niet vragen om ook een rol te spelen? Dat roept wel de vraag op aan wie je dat kunt doen. Gelukkig is je eigen netwerk vaak groter dan je in eerste instantie zelf denkt!
Breng je eigen netwerk in kaart
Hierbij kun je gebruik maken van een ecogram. Een ecogram is een schema van jouw sociale netwerk. Je kunt het gebruiken om belangrijke sociale contacten in kaart te brengen. Het gaat daarbij niet alleen om familie, maar ook om anderen waarmee je een belangrijke persoonlijke verbinding hebt, zoals vrienden, kennissen, buren en/of collega’s. Ook kun je in een ecogram meer ‘zakelijke’ contacten opnemen, zoals hulpverleners.
Een ecogram laat in één oogopslag zien hoe groot jouw netwerk is en welke praktische en emotionele steun door het netwerk gegeven wordt.
Hiernaast is een voorbeeld te zien. Bron: Expertisecentrum Mantelzorg
Hoe vragen anderen om hulp? Waar lopen zij tegenaan? Bekijk hieronder de ervaringen van Saskia, Evert en Frits.
Het netwerk rond mensen met ernstige psychische problemen is vaak klein. Hierdoor komen taken en zorgen bij één persoon terecht: bij jou. Raak je overbelast, dan helpt het als je anderen bij de zorg betrekt. Maar hoe vertel je je naaste dat juist zijn belangrijkste steun en toeverlaat een stap terug doet?
Veranderen kost tijd
Zoek naar dingen waar je naaste wel hulp of ondersteuning bij wil. Sluit aan bij de behoefte van je naaste. Waarschijnlijk zou het voor jullie beiden als een verlies voelen als je van het ene op het andere moment de handdoek in de ring gooit. Kies één ding uit dat je voortaan niet, of minder intensief gaat doen en kondig dat tijdig aan.
Hoe begin ik?
Je naaste kan niet zomaar weten wat er in jouw hoofd omgaat. Zeg hem/haar dat je erover nadenkt hoe je zaken kan veranderen. “Want weet je, nu gaat het nog, maar op de langere termijn hou ik dit niet vol.” Laat het een tijdje rusten en kom er dan op terug: “Weet je nog dat ik zei dat ik dit op de lange termijn niet volhou? Ik heb erover nagedacht en heb besloten dat er iets moet veranderen. Vanaf morgen…”
Bewaak je eigen grenzen
Het is niet altijd makkelijk om je grenzen aan te geven. Toch is het goed om daar oog voor te houden. Hierdoor kun je meer grip krijgen op de balans tussen wat je aankunt en de hoeveelheid zorg die je op je neemt. Grenzen aangeven kan ook goed zijn voor je naaste: je schept daarmee duidelijkheid over wat je kunt doen en waar hij/zij een ander voor moet inschakelen.
Zoek naar argumenten die je naaste aanspreken
Mijn dochter is al vroeg uit huis geplaatst. Nu haar opname er bijna op zit, wil ze graag een huisje naast het mijne. ‘Ik snap het wel: zo kunnen we altijd bij elkaar binnenlopen. Maar moet je wel willen dat je moeder je elke minuut van de dag in de gaten kan houden?’, vroeg ik.