Een op de tien kinderen van 7 en 8 jaar oud hoort stemmen. Dat feit op zich is echter geen reden tot zorg: de meeste kinderen hebben er nauwelijks last van en veelal gaat het vanzelf weer over. Dat wordt anders als, bijvoorbeeld doordat het kind nare gebeurtenissen meemaakt, de stemmen aanhouden of er waanachtige ideeën ontstaan. Dan is het een risicofactor voor het ontwikkelen van psychische problematiek op latere leeftijd. Dat concludeert psychologe Agna Bartels van het Universitair Medisch Centrum Groningen op basis van onderzoek onder honderden kinderen. Gisteren, 18 mei 20111, promoveerde ze op het onderwerp aan de Rijksuniversiteit Groningen met het proefschrift ‘Auditory hallucinations in childhood’.

Een op de tien kinderen van 7 en 8 jaar oud hoort stemmen. Dat feit op zich is echter geen reden tot zorg: de meeste kinderen hebben er nauwelijks last van en veelal gaat het vanzelf weer over. Dat wordt anders als, bijvoorbeeld doordat het kind nare gebeurtenissen meemaakt, de stemmen aanhouden of er waanachtige ideeën ontstaan. Dan is het een risicofactor voor het ontwikkelen van psychische problematiek op latere leeftijd. Dat concludeert psychologe Agna Bartels van het Universitair Medisch Centrum Groningen op basis van onderzoek onder honderden kinderen. Gisteren, 18 mei 20111, promoveerde ze op het onderwerp aan de Rijksuniversiteit Groningen met het proefschrift ‘Auditory hallucinations in childhood’.

Bartels ging na hoe het een groep van 3870 Groningse kinderen verging die in 2002 en 2003 al eens waren onderzocht op de aanwezigheid van stemmen. Destijds had 9 procent in het voorafgaande jaar wel eens één of meer stemmen had gehoord zonder dat er iemand in de buurt was, oftewel 694 kinderen. Na vijf jaar konden 337 van de oorspronkelijke groep opnieuw worden geïnterviewd. Bijna een kwart van de kinderen hoorde nog steeds stemmen. Voorspellende factor daarbij bleek het horen van meer dan één stem tijdens de eerste meting en het toeschrijven ervan aan een externe bron. De kinderen die stemmen hoorden tijdens deze tweede meting hadden meer traumatische en stressvolle gebeurtenissen meegemaakt. Ook hadden ze vaker waanachtige ervaringen, meer psychosomatische klachten en meer denkproblemen.

Verder vond Bartels dat kinderen die stemmen horen zich beter kunnen beschermen tegen de vorming van waanideeën als ze goede vaardigheden ontwikkelen om emoties of bedoelingen van anderen correct te interpreteren.